April 2023
Glibberige avonturen
Iets vergeten?
Het is nog redelijk donker wanneer ik vroeg in de ochtend over de glibberige basaltblokken klauter bij Oostmahorn. Mijn cameratas op de rug, waarin ik tevergeefs naar mijn hoofdlampje heb gezocht en het statief in de hand voor een beetje steun.
Het idee is om de paars, roze tinten net voor zonsopkomst boven het Lauwersmeer te fotograferen.
Dit keer niet met de wel bekende vuurtoren, maar de zonsopkomst boven de visnetten die verderop in het water staan.
De uitwerking van het plan: A, de weersvoorspellingen controleren. Check! B, locatie bekijken en een inschatting maken van de lijn van de opkomende zon. Check! Goed bezig toch?
Nope, één ding vergeten, namelijk hoe glad die grijze basaltblokken vroeg in de ochtend kunnen zijn.
In de vreemdste, acrobatische houdingen, balancerend over de spekgladde, grijze rotsblokken zoek ik naar de beste fotografieplek. En gek genoeg is dat altijd aan het einde van de golfbreker, bestaande uit alleen maar stenen.
Tien minuten en duizend halsbrekende toeren later heb ik eindelijk het statief en de camera tussen de rotsblokken geïnstalleerd. Nu nog een beetje een comfortabele steen uitzoeken om op te zitten, die puntige randen drukken behoorlijk in mijn billen.
Wanneer de nacht overgaat in de dag en de natuur ontwaakt, beschildert Moeder Natuur de hemel met een prachtig pastelkleurig palet. Dan ben je die afdrukken in je billen snel vergeten en is het volop genieten.
Net een komische James Bond film
Er staat weer een ‘fotografiedate’ met mijn vriendin gepland, dit keer gaan we naar een fotohut.
Wanneer ik de informatie lees die we vooraf ontvangen, heb ik wel een beetje mijn bedenkingen. Er staat; “het zandpad kan bij nat weer glibberig zijn” en “zodra u het zandpad in het bos oprijdt, schakel uw autolampen uit.” Uhm, wij willen gaan fotograferen bij zonsopkomst en even daarvoor kan het nog redelijk donker zijn tussen de bomen. Zou het handig zijn dat ik dan geen hand voor ogen zie terwijl ik een voertuig bestuur?
Enfin we zien wel. Wordt ongetwijfeld weer een mooi avontuur.
Op de bewuste dag stuur ik mijn auto, een 4×4 leek ons handiger na het lezen van de info, het modderige landweggetje in en doof mijn autolichten.
Een pad vol diep kuilen en behoorlijk wat water, het lijkt eerder op een riviertje met een lage waterstand. Slippend en slingert om de diepe kuilen te ontwijken, rijd ik verder. We zoeken naar een slagboom met een blauw bordje waarop staat: ‘verboden toegang’. Gevonden, vriendin sprint uit de auto om de houten slagboom te openen. De opdracht is om ongezien het pad in te rijden en even verderop de auto achter een bosje uit het zicht te parkeren. Of het struikgewas is te klein of de auto is te groot, want het past niet helemaal. Voel me net een spion door al dit stiekeme gedoe. Deze maatregelen zullen ongetwijfeld bedoeld zijn dat er geen ongenode gasten plotseling voor je neus staan in de door jouw gehuurde fotohut. Bij mijn vriendin en mij werkt het alleen maar op onze lachspieren en is het een humoristische start van ons fotografie uitstapje. Conclusie, wij zijn niet geschikt voor spionage.
Het enige wat wij vanachter het spiegelglas bespioneren, zijn de gevleugelde vriendjes en de rappe pluimstaarten die voor de hut komen badderen of een lekker maaltje meepikken.
Maart 2023
Verrassend, diverse winterweek
Fanatisme of gewoon gek
Ik rek mij langzaam uit onder het warme dekbed. Ondertussen voer ik een inwendige discussie met mijzelf en de fotografe in mij. Het is vroeg en in mijn bed is het op dit moment aangenaam vertoeven.
“De foto’s van gisteren waren niet helemaal scherp”, hoor ik een kritisch, fotografisch stemmetje in mijn achterhoofd.
“Je hebt vandaag voorlopig een laatste kans om met ongeveer dezelfde weersomstandigheden te werken”, daarmee doet de fotografe nog een duit in het discussie zakje.
“Ja, maar dan moeten die langharige geiten wel weer op dezelfde plek staan en dat is geen zekerheid”, is mijn tegen argument om het dwingende stemmetje het zwijgen op te leggen.
“Wanneer je niet gaat, weet je zeker dat je niet een geslaagde foto hebt.”
Zuchtend gooi ik het dekbed opzij. Hoor ik haar nu lachen?
Een verassing van Moeder Natuur
Filerijden in het Friese dorpje Wierum is op zich al een bijzonder fenomeen. Op een heldere, koude avond in februari was er een bijzonder schouwspel te bewonderen. En dan heb ik het niet over de vele noorderlichttoeristen en fotografen op de dijk. Aan de sterrenhemel danst het groene, paarse licht van Aurora Borealis boven het Wad.
Er ontstaat een heuse noorderlichtkoorts in Nederland. Wat ik ook wel begrijp, want het is zo bijzonder! Deze groene koorts is erg besmettelijk, ook ik word ermee besmet.
Mijn nichtje appt: “Zou het wat zijn?” is haar vraag. “Jazeker, proberen kan altijd maar of het lukt is een tweede en je moet veel geduld hebben”, is mijn reactie. “Mocht je willen gaan dan ga ik wel met je mee”, stuur ik er nog snel achteraan.
Ondertussen app ik koortsachtig met een vriendin of ze ook mee wil. Beide beginnende fotografen in de dop. Dus ’s middags onder het genot van een kop dampende thee bij mij aan de keukentafel een spoedcursus: ‘Hoe fotografeer ik het Noorderlicht’.
Later die avond gaan we uitgelaten en hoopvol op pad. Dochterlief is mee voor de mentale support en de catering. En zo staan we zij aan zij met half Nederland in de kou naar de donkere sterrenhemel te turen. Helaas is het die avond voor het blote oog niet waarneembaar, maar vangt mijn camera wel mooie plaatjes op de sensor.
Een ijskoud kunstje
Zo kun je het IJsbeelden Festival wel noemen. Langzaam loop ik tussen de verbluffende, ijskoude kunstwerken door. Filevorming omdat iedereen hetzelfde, perfecte plaatje wil schieten. Het thema is: ‘What a wonderful world’. De pracht van Moeder Natuur uitgehakt, gefreesd en gebeiteld in kilo’s ijs. Om deze kunst met een grote K niet te laten smelten door onze warme aanwezigheid is het -10C binnen. Een muts en handschoenen zijn dan geen overbodige luxe. Iets wat je al snel vergeet mee te nemen wanneer het buiten lenteachtig aanvoelt. Velen komen dan ook handenwringend naar buiten om de verkleumde vingers zo snel mogelijk weer op te warmen. Dit herinner ik mij nog zo goed van mijn eerste bezoek en voel zelfs weer de tintelende vingers. Nu ben ik beter voorbereid en kom ik naar buiten met alleen een koud en rood neuspuntje. Die is zo weer opgewarmd door het zonnetje dat ons stralend begroet zodra, wij naar buiten stappen.
Februari 2023
Keuzes Maken
Een lesje prioriteiten stellen?
Het goede voornemen om meer tijd te gaan besteden aan fotograferen en alles erom heen is een maand later alweer gesneuveld. In het begin van het nieuwe jaar heb ik geen blog geschreven over mijn fotografie avonturen. Wanneer je niet op pad gaat, zijn er ook geen avonturen om over te schrijven.
Een pup en een korte vakantie naar de sneeuw zijn hier debet aan.
Wel twee hele leuke foto onderwerpen zou je zeggen. En ja, heerlijk genieten van een knisperende, witte wereld en dit dan ook nog eens vastleggen met de camera is wel favoriet bij mij.
De korte vakantie staat meer in het teken van skiën met mijn gezin. Quality time heet dat zo mooi met een buitenlands benaming. Dat is voor mij net iets meer genieten!
Ik kan het niet laten
Tijdens een afdaling zie ik in mijn ooghoek een bijzonder natuurverschijnsel. Twee regenbogen tegenover elkaar met een halo van regenboog kleuren om de zon en een gekleurde bovenraakboog. Volg je het nog?
Abrupt gooi ik mijn ski’s overdwars in de sneeuw, wat mij een paar boze blikken oplevert. Om sorry te zeggen voor mijn actie tover ik mijn charmantste lach op mijn gezicht. Maar mijn medepistegebruikers zijn inmiddels al een stukje verder de berg af gesuisd.
Helaas geen fotocamera bij mij. Dan maar met mijn mobieltje. Het lukt mij niet om het volledige optische verschijnsel vast te leggen.
Nog even genieten en hup weer door. Tien minuten later is het magische moment voorbij. Wanneer ik even later naar mijn lieftallig gezin ski, sta ik nog te stuiteren, voor zover dat lukt op ski’s. “Hebben jullie dat gezien!”, tetter ik enthousiast tijdens de koffie en laat ze de foto zien. Op dat moment baal ik wel een beetje dat ik geen camera bij mij heb.
Maak kennis met
Ons gezin is uitgebreid met een puppy. Ook een geweldig foto onderwerp. Alleen is een pup eigenwijs en erg speels. Zo’n fotocamera is dan super interessant. Kun je dat ook eten?
Mijn tijd wordt dan ook volledig opgeslokt met corrigeren en opvoeden van dit kleine, wollige stuiterballetje. Zijn naam is Buddy tweede naam Raptor, alias Schnappi. Dit geeft enigszins een beetje een beeld van ons kleine mormeltje.
Een nieuw jaar, nieuwe ronden en nieuwe kansen
Er borrelen bij mij wel weer allerlei ideeën op wat betreft fotografie waar ik graag mee aan de slag wil. Eén van mijn valkuilen is dan ook om met te veel dingen bezig te zijn. Mijn voornemen om meer met fotografie te doen, deel ik op in projecten. Dit begint met een idee en vervolgens uitwerken in een plan. Een traject dat gaandeweg meer vorm krijgt door uitdieping, bijschaving en hier en daar wat polijsten. Door kritisch op je fotowerk te zijn, ontwikkel jezelf nog meer en is het ook nog eens erg leerzaam.
Inmiddels de eerste, kleine, begin stapjes gemaakt met het project: ‘Myn Doarp’. De naam is nog een twijfelgevalletje, maar voor nu is dat nog wel even prima zo.
Mijn leefomgeving fotografisch vastleggen op diverse tijdstippen in diverse seizoenen passend bij het onderwerp dat ik op dat moment voor de camera heb. Dat is mijn doel. Door het maken van de eerste foto’s en tijdens een wandeling het echt zien van mijn omgeving ontstaan er weer andere ingevingen en composities.
Doen, doen en nog eens doen is de beste leermeester. Je blijft jezelf ontwikkelen en je blijft leren.
December 2022
MAAK ER IETS SPECIAALS VAN!
We staan op de drempel van een spiksplinternieuw jaar. Terugkijkend op het afgelopen jaar heb ik vele fotografische avonturen beleefd, onvergetelijke herinneringen gemaakt en nieuwe mensen mogen leren kennen.
Voor mij liggen 365 lege dagen. Wachtend om gevuld te worden met bijzondere momenten, groot of klein. Ik wens dat iedereen voor het komende jaar fijne herinneringen kan maken!
November 2022
NOG ÉÉN KEERTJE
Voor de laatste keer dit jaar pak ik nogmaals mijn koffer in. Een week lang in gezelschap van fotografen de zuidkust van IJsland vastleggen. Mag ik jullie voorstellen:
Annelien, de vrolijke noot in ons midden. Marieke, een reislustige docent Nederlands.
Marije, een KNO-arts met geweldige, droge humor. Carla, een Afrikaanse dame die een eenheid vormt met haar statief en filters. Wendy en Arjan, een gezellig, fanatiek fotograferend echtpaar.
Sandra, mijn lieve Vlaamse kamergenootje tijdens deze reis. Saskia, beetje verstrooid maar een heerlijk mens.
Silvia, een Duitse die haar roots heeft verruild voor ons natte kikkerlandje. En dan onze zuiderburen;
Rudi & Carine een gepensioneerd Belgisch echtpaar. Dominique drone piloot en copiloot Caroline zijn lieftallige echtgenote. Last but not least, Eveline en Yolande onze coureurs en gedreven reisleiders van Fotografie-reizen.nl. In het begin van de reis met ei en waarschijnlijk aan het einde van de reis met ij.
MAAK VAN JE KOFFER GEEN ACHTERBLIJVER
Met een klein beetje vertraging verlaten we het drukke en chaotische Schiphol. Driftig wordt er op menig telefoon gecheckt waar zijn of haar koffer zich bevindt. Tenminste wanneer je een tracker in je koffer hebt gestopt. Dit heb ik niet gedaan. Het maakt mij alleen maar zenuwachtig. Ik zie het wel bij de bagageband op IJsland. Gelukkig arriveert ieders bagage keurig netjes op Keflavík Airport.
Op naar ‘onze’ busjes. Maar waar zijn die? Busjes weg! Na enig speurwerk van Yolanda, Eveline en het verhuurbedrijf komen ze eindelijk boven water. Iets met miscommunicatie.
Op naar het hotel, inmiddels is er al een flink deel van de dag verstreken en besluit de reisleiding vakkundig dat de geplande fotostop voor vandaag wordt verschoven naar morgen.
Tijdens het avondeten vertelt iedereen iets over zichzelf en geeft ook aan ook wat zijn of haar wens of doel is van deze reis. Mijn wens is meer focus bijvoorbeeld door middel van een project. Zo gezegd, zo gedaan en dan heb je ineens een miniproject aan je broek hangen. Met als thema: ‘IJS, WATER & VUUR’,
Leuk, met als extra opdracht maak er een drieluik van. Om het even makkelijker te maken. Dus niet!
MET ROOK UIT DE STARTBLOKKEN
De volgende ochtend worden de camera’s tevoorschijn gehaald en gaat het fotograferen dan echt van start.
We beginnen bij de geothermische velden van Gunnuhver en Krysuvík. Magisch en bijna onaards kun je deze twee hete bronnengebieden het beste omschrijven. Ik loop tussen de pruttelende modderpoeltjes, kringelende rookpluimen en dit alles omlijst door een felgeel, roodbruine en groen kleurenpalet van Moeder Natuur. Waar ik bij het eerste warmtegebied fotografisch moeilijk uit de voeten kom, ga ik bij Seltún, het tweede gebied, helemaal los. De tijd vliegt dan ook voorbij en we zitten alweer in het busje onderweg naar een kerkje aan de kust. Ondertussen denk ik na over mijn project. Het zijn nu nog wat onsamenhangende ideeën. Mijn reisgenoten zijn erg behulpzaam en dragen enthousiast hun input bij. Zo ontstaat er steeds meer een plan. Deze reis moet niet alleen bestaan uit mijn project, want genieten staat ook hoog op mijn lijstje.
Ik kijk in een vijfenvijftig meter diep gat, gevuld met helder, blauwgroen water. Ik sta bovenaan de Kerid krater. Hoe ga ik de metershoge, paarse, rode en groene vulkaanwanden vastleggen?
Ik loop naar beneden de krater in en zie dan een prachtige reflectie van de wanden in het bijna spiegelgladde meer. En dat wordt mijn foto.
Ons onderkomen voor de nacht is bij de boer. Wanneer we na een presentatie over landschapsfotografie aan tafel schuiven kijk ik recht in een paar koeienogen. Rustig staan zij aan de andere kant van het raam hun voer te herkauwen. De opmerking; “Je kunt alvast zien wat je vanavond op je bord krijgt”, is dan ook zo gemaakt.
HUMOR KOMT IN VERSCHILLENDE VORMEN
Vol spanning kijk ik naar de dampende, licht golvende waterplas voor mij. Met mijn vinger op de ontspanknop van de draadontspanner, verbonden met de camera, sta ik klaar voor de actie. We staan allemaal gefocust rondom de geiser Strokkur, deze spuit met een enorme kracht, loeiheet water meters hoog de lucht in.
Terwijl de zon net boven de horizon onder een dramatische wolkenlucht door piept, vinden wij het wel een goed moment voor de geiser om zijn ding te doen. Maar ja, de natuur laat zich niet dwingen. Na een aantal uitbarstingen wordt er medegedeeld dat we nog één keer wachten op de metershoge fontein en dan weer verder gaan. Daarop volg een pufje, een piepklein boertje. “Die telt niet!”, roepen we luidkeels in koor. Terwijl wij even later toch onze camera’s van de statieven afhalen, besluit Strokkur op dat moment een mega fontein de lucht in te spuwen. We staan er met open mond naar te kijken, grapjas!
Beetje quasi mopperend verkennen we het kleurrijke groene, oranje en roodbruine gebied rondom de geiser. Waar je abstracte foto’s kunt schieten.
Tien kilometer verderop stort ijsblauw water in twee etappes naar beneden. Het is de immens populaire waterval Gullfoss. Hier kunnen we met filters aan de slag om een lange sluitertijd te creëren en zo het water een beetje een dromerig effect te geven. Marieke heeft geen filters en dus leen ik haar de mijne zodat ze ook met deze creatieve vorm van fotografie kennis kan maken. Nadat we het welbekende plaatje van deze waterval hebben geschoten, willen we ook nog een ander beeld op de sensor. We besluiten om naar boven te lopen. Vanaf hier heb je zicht op een deel van de waterval én de kloof waar het ijsblauwe water doorheen stroomt.
Na al deze vormen van water neemt een deel van de groep, waaronder ik, een plons in de Secret Lagoon. Een warm, natuurlijk, thermaal bad. Die niet zo heel secret is. Na de inspanningen bij die geiser van vanochtend is deze ontspanning een aangenaam uitje. Een uurtje later stappen we rozig, warm en soezig weer in het busje. “Gaan we naar het hotel?”, is de vraag. “Nee, we gaan nog even bij een andere waterval kijken.” En mogen we vandaag nog één keer fotografisch in actie komen. Het weer wordt er niet beter op en het begint dan ook te regenen. Dit zijn ook de voorspellingen voor vanavond en nacht. Helaas weer geen kans op Noorderlicht. Al dat water heeft zo z’n uitwerking op je blaas. Ik maak een foto van een moeilijk kijkende Yolanda en evenzo bedrukt kijkende Eveline. Dit kiekje gaat met een poll op insta. ‘Wie moest er weer plassen?’ Ik weet het wel. Volgens mij zijn Eveline en ik in deze groep beide recordhoudsters wildplassen.
’s Avonds de eerste fotobespreking. Altijd een beetje spannend, maar wel leuk!
MOEDER NATUUR HOUDT VAN VARIATIE
Volgens het draaiboek gaan we een zonsopkomst fotograferen bij Reynisdrangar. Volgens de weergoden gaan we een harde woei en striemende regen trotseren, terwijl wij proberen naar de kliffen te lopen.
Flexibiliteit is ook een pre, wanneer je natuur fotografeert. Het programma wordt omgegooid. Met natte kleding en beslagen autoruiten gaan we weer op pad. Naarmate de kilometers verstrijken, klaart ook het weer op. Wanneer we bij de bemoste lavavlakte Eldhraun met de hier en daar een gele dennenboom arriveren is het droog!
Bij de groene, imposante kloof met de onuitspreekbare naam Fjadrárgljúfur komt zelfs de zon zo nu en dan door het openbrekende wolkendek tevoorschijn.
Direct rijst de vraag: “Zouden we vanavond dan Noorderlicht kunnen fotograferen?” Maar niks is zo veranderlijk als het weer. Vooral op IJsland. Zo schijnt de zon en nog geen vijf minuten later verschijnt er een dik pak wolken met regen aan de hemel. Afwachten dus.
Onderweg mogen we onze skills uitproberen met ‘urbex’ fotografie. Een brug, althans een roestig overblijfsel en voorzien van graffiti is ons onderwerp. In de achtergrond zie je een grote ijsmassa liggen.
Dat is tevens onze volgende fotostop. De gletsjer Svinafellsjökull met haar enorme, dikke, blauwe ijswand waarbij je je heel nietig voelt als mensje.
Mijn project niet vergetend, vergelijk, bedenk en verwerp ik allerlei ideeën. Wat wordt de gemene deler van het drieluik? Is dat kleur of vorm? Mijn project houdt de gemoederen wel bezig in het busje en steeds meer wordt het een vastomlijnd plan. Nu nog de uitvoering.
Dat we soms een stel uitgelaten schoolkinderen zijn, blijkt wel wanneer er keihard ‘van links naar recht’ uit de speakers van de autoradio knalt en wij met z’n allen deze commando’s van de Snollebollekes opvolgen.
Vanaf de parkeerplaats mogen we vanuit het busje een blik werpen op Jökulsárlón. Regen, donkere wolken en geen mooi licht doen ons besluiten naar het hotel te gaan. Helaas ziet het ernaar uit dat de kansen op Aurora Borealis boven het ijsschotsenmeer vanavond nihil zijn.
EEN GEWAARSCHUWD MENS TELT VOOR TWEE
Enorme ijsblokken gepolijst door de ruwe zee spoelen aan op het zwarte, lava strand van Diamond Beach.
Vele fotografen lopen rond naarstig op zoek naar net dat in hun ogen perfecte ijsblok, terwijl de zon langzaam aan de horizon verschijnt. Een waarschuwing die we vooraf krijgen, is dat de zee redelijk onvoorspelbaar is en houdt haar dan ook in de gaten. Dat heeft deze muts goed in haar oren geknoopt. En toch krijgt ze het voor elkaar dat haar camera gedoopt wordt met zeewater. Snel pak ik mijn spullen op en loop al soppend in mijn schoenen naar een drogere plek. De schade opnemend, probeer ik deze met een kwastje, blaasbalg en doek te beperken. Chips, chips, chips!! De camera werkt nog, maar hier en daar hoor je het knarsen van zand tussen de draaiende onderdelen. Ik hoop dat de camera het blijft volhouden de rest van de week. Lang treuren doe ik niet. Aan de overkant van de weg drijven onze volgende onderwerpen. De gigantische, blauwe ijsbergen in het ijsschotsenmeer Jökulsárlón.
Waar we er eerder even naar mochten kijken, mogen we er nu fotografisch mee aan de slag. Op deze locatie staan we voor één keer niet alleen achter de camera. Maar we mogen ook even naar de camera lachen voor een groepsfoto.
Rijden over de wegen van IJsland is een aaneenschakeling van magnifiek natuurschoon. We hebben onze statieven in de berm geplant. Langs de weg stroomt een woeste beek met kleine watervalletjes. Waar we eerder nog een stralende zon boven de beek hadden, drijft er nu één grijze wolkenmassa voorbij waar ook een spettertje regen uit valt.
Verzuchtend stappen we weer in het busje, waarschijnlijk weer geen Noorderlicht vanavond. De tijd begint nu wel een beetje te dringen.
Wanneer we Vik, onze volgende eindbestemming binnenrijden, zien we de lucht openbreken en ontstaan er spectaculaire roodoranje kleuren aan de hemel waar de kolossale rotsen in de zee flink bij afsteken.
We tuimelen met z’n allen uit het busje en rennen over het strand om vervolgens op de golfbreker onze statieven te plaatsen en deze fraaie zonsondergang nog even mee te pakken.
Wanneer de zon achter de horizon is verdwenen, lopen we via een omweg, lees langs een grote winkel, terug naar het hotel. Waar ik mij samen met Marieke, Marije, Annelien en Carla die avond rond de openhaard nestel om een peperduur, alcoholisch drankje te doen. Wanneer ik eraan terugdenk, krijg ik weer buikpijn van het lachen.
DE LANGSTE DAG
Het blauwe uurtje is eigenlijk geen uurtje maar vijftien minuten. En dit is precies de tijd die we ’s ochtends vroeg krijgen om het verlichte kerkje van Vik te fotograferen tijdens het blauwe kwartiertje.
Het lijkt erop dat het een mooie zonsopkomst gaat worden. We gaan voor de herkansing bij Reynisfjara Beach, waar eerder deze week het fotograferen letterlijk in het water viel. Dit bij fotografen erg populaire strand staat bekend om zijn ‘killer waves’. Met in mijn achterhoofd nog de plons van een aantal dagen geleden, hou ik één oog op de golven en mijn andere oog op het schermpje van mijn camera voor de belichting en compositie. Boven zee ontstaat er toch weer een dikke strook lage bewolking waar de zonnestralen net onderdoor schijnen. Het is duidelijk dat je ook hier weer het moment moet pakken, want het volgender moment zijn de lichtomstandigheden weer anders.
Veilig en wel verlaten we het strand. Eerst nog even een sanitaire stop. Dit blijkt een hele onderneming. Tenminste om het draaipoortje door te komen dien je te betalen en niemand heeft kleingeld en het apparaat is niet altijd even gesteld op je bankpas. Na meermaals te hebben geprobeerd is de betaling geslaagd en kan er onder luid gejuich en gejoel weer iemand door het poortje. Waarschijnlijk kun je dit heel flauw, onderbroekenlol noemen.
Kvernufoss, een minder bekende waterval die een beetje verborgen ligt in de buurt van de welbekende Skogáfoss.
Na een kleine wandeling, een beetje klauteren en een nat pak installeer ik mijn statief achter de waterval. Bij dit pareltje kun je er achterlangs lopen en met een beetje geluk het zonnetje door de waterval heen fotograferen. En dit geluk heb ik! Nu weer voetje voor voetje naar beneden glibberen.
Ook nog even langs bij Skogáfoss, deze wordt nog net aangelicht door een inmiddels namiddagzonnetje. Ik sta in het water en maak een niet zo erg origineel beeld van deze bekende plek. Het is mooi door het zonlicht, maar super blij word ik er niet van. Dan valt mijn oog op een paar IJslandse schapen. Nu is het zo dat een aantal van ons al bijna de hele week vragen, zeg maar gerust dwingend verzoeken om deze fotomodellen vast te leggen. Ik bedenk mij dan ook niet en loop in rap tempo richting deze wollige vierpoters. Dit is mijn kans, heel rustig stap ik over de draad en behoedzaam benader ik mijn prooi. Het warme zonlicht valt op zijn of haar vacht wanneer hij opkijkt recht in mijn camera, klik! Helemaal uitgelaten ren ik joelend op Marieke, Marije, Annelien en de rest van de groep af. Ze denken allen dat ik dé FANTASTISCHE plaat heb geschoten. “Tadaa”, zeg ik wanneer ik met trots hun ‘mijn’ schaap laat zien. Vervolgens schieten ze in de lach. En laten ze mij een filmpje zien waarop zij net even daarvoor een hilarisch en schaapachtig onderonsje hebben met een collega schaap van mijn wollebaal. Tot zover ons verzoek om een IJslands schaap.
VOL VERWACHTING KLOPT ONS HART, WIE LIEF IS…
Inmiddels nadert de zonsondergang met rasse schreden en is er geen wolkje aan de lucht te zien.
“Zou het vanavond lukken met het magische, groene licht?” Hoopvol stappen we in het busje. Terwijl de avond valt, speuren wij door de autoruiten de sterrenhemel af. “Daar is het, rechts van ons”, klinkt het plotseling. We steken ons enthousiasme niet onder de banken van het busje. Maar wat nu? Het is niet een locatie waar je zo even kunt gaan staan fotograferen. Eveline neemt de eerstvolgende afslag en parkeert in de berm, pontificaal voor een huis, waarvan de bewoners op dat moment niet thuis zijn. Met z’n allen staan we in no time buiten aan de kant van de weg. Mopperend en foeterend klinkt er hier en daar een snauw door de avondlucht. Het dansende, groene licht heeft niet zo’n aardige uitwerking op ons humeur. Na tien minuten zijn we allemaal wat gekalmeerd en genieten we al fotograferend van deze bijzondere lichtshow. Vanuit alle hoeken, zelfs liggend op de grond worden er composities gemaakt om het magische, dansende, groene licht vast te leggen.
Onze geplande restaurantafspraak wordt een afhaalmenu, want we weten van geen ophouden. Toch moeten we uiteindelijk echt vertrekken willen we dat afhaaleten nog ophalen. Aurora Borealis blijft boven ons dansen. Wanneer we dan mét ons eten in het hotel aankomen, werken we snel een paar happen naar binnen om vervolgens weer met de camera en statief naar buiten te gaan. Totdat wolkenvelden de hemel beslaan en het licht langzaam dooft.
Met een warme choco en thee met een alcoholisch tintje is het nagenieten van een lange maar zeer geslaagde dag met heel veel bijzondere fotomomenten.
AAN AL HET GOEDE KOMT TOCH ECHT EEN EIND
Op de laatste volle foto dag mogen we ‘uitslapen’. Na het ontbijt onze laatste fotobespreking waar ik het resultaat van mijn project laat zien. Het thema is wel goed uitgevoerd, maar het is geen drieluik. Doel van het project; meer focus tijdens het fotograferen, dat is wel gelukt! Al met al geen slecht resultaat.
De koffers worden weer volgens een strak regime, wat we na één week eindelijk onder de knie hebben, ingeladen.
Op naar het kleurrijke en artistieke Reykjavik. Street art, groene, blauwe en gele, houten huisjes, de imposante, grijze Hallgrimskirkja, moderne en abstracte onderwerpen je vindt het allemaal in de hoofdstad van IJsland.
De vijf musketiers, Carla, Annelien, Marije, Marieke en ik struinen samen door de straten om dit alles vast te leggen. We bekijken etalages, poseren a la Beatles op de regenboogweg en eten een zoete lekkernij bij een plaatselijke bakker. Daarna brengen we een bezoek aan het moderne, glazen concertgebouw Harpa.
De plannen om vanavond vroeg te eten en daarna op jacht te gaan naar het Noorderlicht worden aangepast in later eten. Het blijkt begin van de avond bewolkt te zijn. Dus tijd voor een hazenslaapje en om de koffer in te pakken. Rond middernacht komen we allemaal nog een keer in actie voor het Noorderlicht. Helaas is er teveel bewolking en weinig Aurora Borealis. Na een uurtje houden we het dan ook voor gezien en rollen we om 2.00 uur ons bed in. Om vervolgens er om 4.00 uur weer uit te stappen voor het ontbijt en terug te vliegen naar Nederland.
Een enerverende reis met een flinke dosis humor en bijzondere herinneringen. Zo nemen we afscheid van elkaar. Naast dit alles nemen we ook nog eens kaartjes vol fantastisch beeldmateriaal mee naar huis.
Oktober 2022
HORDELOPEND VAN START
“Is alle bagage op band één al gelost?”, vraag ik aan de goedlachse meneer bij de bagage service. “Ja, mevrouw en uw koffer ligt er niet op?”, is zijn antwoord. “Nee”, zeg ik een beetje beteuterd. Na het scannen van mijn kaartje blijkt mijn koffer nog in Toronto te zijn terwijl, manlief en ik in Calgary staan. Deze vriendelijke meneer tovert gelijk een digitaal formulier tevoorschijn en begint deze routinematig in te vullen, dat heeft hij vandaag vast en zeker vele malen gedaan. Bij het autoverhuurbedrijf op het vliegveld staat een ietwat minder vriendelijke meneer achter de balie die ons liever geen auto meegeeft, nadat wij op al zijn aanbevelingen nee hebben gezegd. Wij willen alleen dat wat we gereserveerd hebben, niks meer en niks minder! De zuurpruim verwijst ons mokkend naar ‘onze auto’ voor de komende drie weken.
Alle hobbels zijn genomen, vanaf nu kan het alleen nog maar beter gaan.We worden achttien hoog wakker met een rood, roze zonsopkomst boven down town Calgary. Ik spring uit bed. Vandaag lekker naar buiten met de benenwagen de groene parken en de oevers van de Bow River verkennen. Slenteren over de Barclay Parade en Stephen Avenue Walk om daar de eerste souvenirs te scoren. In de middag zoeken we het hogerop en bekijken we de stad en zijn omgeving vanuit de 191 meter hoge Calgary Tower.
Mét koffer reizen we na twee dagen verder over de Trans Canada Highway richting Banff. Wat een ruimte! Onderweg stoppen we bij Hoodoos om de erosiekolommen tussen de dennenbomen te bewonderen en waar de Bow river verder kronkelt naar Banff. Aan de horizon zie jer het karakteristieke Fairmont Banff Springs verrijzen.
Opgetogen rijden we verder naar Lake Louise. Daar aangekomen worden we over het volle parkeerterrein doorverwezen naar de uitgang. Jammer, want ook de afslag naar Moraine Lake was afgesloten. Op de terugweg worden we toch doorgelaten bij de ingang naar het glinsterende, azuurblauwe Moraine Lake. We hebben geluk blijkt achteraf wanneer we met locals praten. De tactiek is rondjes blijven rijden tot er weer een paar auto’s worden toegelaten. Ah, zo werkt het dus. Het zijn natuurlijk ook enorme toeristische trekpleisters deze blauwe gletsjermeren aan de voet van de imposante Rocky Mountains.
FLEXIBILITEIT EN IMPROVISATIE
We blijven nog even in Banff National Park waar we ’s ochtends vroeg een trail willen lopen in Johnston Canyon. Een kloof met watervallen en een verborgen grot. Onderweg er naartoe hebben we een onze eerste ontmoeting met de Canadese wildlife. Een Wapiti met jong staat in de berm te grazen. Nou ja, eerste ontmoeting? Als je de vliegensvlugge, gestreepte en guitige grondeekhoorntjes bij de meren niet meerekent.
In de kloof komen we jammer genoeg niet verder dan de waterval Lower Falls. Het pad is afgesloten wegens bosbrandgevaar. We besluiten dan maar weer een poging te wagen bij Lake Louise. Helaas worden we op het parkeerterrein weer terug gedirigeerd. We geven niet op en rijden hoopvol naar de shuttlebussen net buiten Louise. “Of we gereserveerd hebben?”, vraag de jonge dame in het kaartverkoophokje. “Uhm nee”, “Helaas alle ritten zitten voor vandaag al vol”, zegt ze vriendelijk. Ik kijk op de klok en zie tot mijn verbazing dat het nog maar 10.00 uur is. Nu al vol?
Plan C dan maar? Deze moeten we nog wel even ter plekke bedenken. Crowfoot Glacier en Bow lake wordt het plan. Deze natuurschoonheden liggen langs de Icefields Parkway. Genietend van een hapje en een drankje aan de oevers bij het gletsjermeer Bow Lake, moet ik uiteraard even de temperatuur van het water checken. Schoenen uit en hup met een bevroren lach op mijn toet loop ik tot aan mijn knieën het frisse, blauwe smeltwater in.
DRIEMAAL IS SCHEEPSRECHT
Poging drie en tevens laatste kans om Lake Louise te bewonderen. We hebben bedacht om dan maar vroeg in de ochtend te gaan en zo rijden we om zeven uur naar dit felbegeerde meer dat wordt ingesloten door majestueuze bergen. Samen met ons vele anderen die hetzelfde idee hebben. We parkeren de auto in één van de laatste vrije plekjes op het parkeerterrein. Als een blij ei loop ik met mijn camera rond het meer, toch moet ik eerlijk bekennen dat ik Moraine Lake mooier vind.
De reis gaat verder richting Jasper over de Icefields Parkway. Indrukwekkende Rocky Mountains, geurende dennenbomen, azuurblauwe meren, glinsterende, witte gletsjers is het landschap waar we door heen rijden. De afstand naar Jasper is niet ver, maar we nemen de hele dag de tijd om het vele natuurschoon langs deze route te bewonderen. Mistaya Canyon is één van deze pareltjes van Moeder Natuur. Na een kleine wandeling komen we bij een kolkende rivier die met veel geweld tussen kolossale rotsformaties door stroomt. Columbia Icefields met vijf gletsjers op een rij waarvan sommige sneeuwdiktes wel 500 meter zijn is indrukwekkend om te zien. Je kunt helaas ook zien dat deze gletsjers vroeger vele malen groter waren.
De skywalk is een glazen hangbrug meters hoog boven de Athabasca River. Ik zet mijn eerste stappen op deze brug en pak gelijk de leuning vast. “Helpt niet hoor”, roept mijn lieftallige echtgenoot lachend. Ja grapjes, weet ik ook wel meesmuil ik, maar het is het idee. Gevoelsmatig druist het tegen alles in en vind ik het best spannend. Verstandelijk weet ik dat het veilig is. Deze dappere dodo heeft het toch maar gedaan, afvinken op de bucketlist en doorrrr. Misschien ook weer een beetje overdreven. 😉
Onderweg halen we koffie bij een Mountain Lodge met in de achtertuin de imposante, grijze Rockies. Dan drinkt zo’n geurend bakje toch best lekker weg met dat uitzicht. Gewapend met fotocamera, statief en filters loop ik naar de waterval Sunwapta Falls.
Mijn plan is om met lange sluitertijden aan de slag te gaan. Niet het origineelste idee, vele fotografen gingen mij voor, maar ik wil op zoek naar een andere compositie. Dat is redelijk gelukt! Minder goed gelukt, is al die mensen uit beeld te laten. Ook hier uiteraard een bekende drukke toeristische bezienswaardigheid. Maar wel de moeite waard. Bij de Athabasca Falls laat ik mijn statief dan ook maar achterwege. Om te voorkomen dat ik ruzie krijg met andere bezoekers. Niet alles door je camera bekijken, maar ook met je ogen genieten van je omgeving. En heel belangrijk om de sfeer die deze natuur uitademt te voelen.
MOEDER NATUUR IS ONVOORSPELBAAR
Wat we ook voelen de dag erna zijn de regendruppels van de flinke buien waar we op worden getrakteerd. Die regenbuien gaan gepaard met dramatische wolkenluchten en dat levert weer mooie plaatjes op.
’s Avonds is de lucht geklaard en stap ik vol verwachting in het busje van de gids die ons hopelijk beren zal laten zien. De gids, een vrolijke, jonge, moderne padvinder vertelt passievol en met veel humor over de flora en fauna van Jasper National Park. “Op dit moment nemen we veel berenactiviteit waar”, zegt hij en is dan ook hoopvol dat we een beer zullen zien, 85% kans is zijn schatting. Vol verwachting en met een grote grijns stoot ik mijn wederhelft aan.
Ik vraag nog even naar de kansen op een ontmoeting met een eland. Die is aanzienlijk minder 25% schat hij in. Ja, misschien een dode, want er ligt een karkas aan de overkant van een meer. Waar overigens ook een nest van de familie zeearend is gehuisvest. Zowel papa, mama, baby zeearend als het karkas hebben we niet gezien. Na drie en een half uur rijden en speuren hebben we nog steeds geen beer gespot, wel een aantal elanden. De tour is eigenlijk al lang afgelopen maar onze gids geeft nog niet op. Het begint inmiddels al aardig te schemeren. Wanneer het dan toch echt te donker wordt, brengt hij ons terug naar de lodge. Geen beren maar wel elanden, dat is toch best gaaf.
We slapen op de begane grond met de ramen open, of dat nou zo verstandig is? Achteraf gezien waarschijnlijk niet. Blijkt dat afgelopen nacht er een beer achter de lodge op visite is geweest. Maar ja, toen had ondergetekende de ogen dicht.
De volgende ochtend hebben we een hele bijzondere ontmoeting met mevrouw eland. Echt waar, weer een eland. Sommige mensen vinden ze oerlelijk, ik vind ze leuk! Vanuit de auto laat ze zich rustig fotograferen. Het is heerlijk vroeg, de rivieren en het meer Maligne Lake worden bedekt met een laagje nevel, wat sfeervolle foto’s oplevert. Hier en daar stap ik dan ook uit de auto om te gaan fotograferen.
Terwijl ik op zoek ben naar de juiste compositie, scant manlief de omgeving op eventueel onverwachte bezoekers zoals een beer. Wanneer deze muts aan het fotograferen is, vergeet ze alles en iedereen om haar heen. Handig dat er dan toch iemand om de beren denkt. Maar helaas ook nu geen beer, terwijl ik weer in de auto stap, mopper ik dat de beren waarschijnlijk atv hebben.
We kregen een tip om naar Maligne Canyon te gaan. Wandelend door deze kloof, welke overigens de diepste van Canada is, maakt mijn camera overuren.
Dan is het tijd om de provincie Alberta te verlaten. We rijden niet alleen een andere staat, namelijk Brits-Columbia in maar ook een andere tijdszone. We verruilen de Rockies voor een iets opener landschap en de bossen worden ook wat gevarieerder wat boomsoorten betreft. Je neus wordt geprikkeld door de houtgeur van menig bosbouwbedrijf in dit gebied. Je deelt de highway met de vele neus trucks en hun gigantische lange opleggers met enorme, dikke boomstammen.
We komen door kleine, karakteristieke en afgelegen dorpen waar je nog veel mee krijgt van de oorspronkelijke bewoners; de indianen. We bezoeken het kleurrijke dorpje Hazelton met haar historische dorpskern. Bij Gitanyow bewonderen we originele en zeer oude totempalen. Wie van urbex fotografie houdt, kan hier zijn hart ophalen. Autowrakken, oude tractoren, vervallen landbouwmachines en nog veel meer schroot vind je bijna op elke kilometer langs highway sixteen.
Langs de Skeena River zien we in een oogwenk twee Amerikaanse zeearenden zitten. Ik stuiter heen en weer op mijn stoel. In een handomdraai keert manlief de auto om zodat ik een foto kan maken. Een klein stukje verderop zien we nog een paar in de boom zitten. Ik stap uit de auto en sta langs een verlaten weg te fotograferen terwijl manlief verder rijdt om de auto te kunnen keren zodat we weer de goede kant op rijden richting de kust. Helemaal verlaten is de weg niet want een enorme pick-up truck met nog grotere aanhanger suist mij voorbij. Op dat moment vliegt ook de arend op uit de boom, snel schiet ik nog een aantal plaatjes. Mijn wederhelft komt gelukkig ook weer terug om mij op te halen.
INCLUSIEF MINI CRUISE
Prince Rupert met dobberende bootjes, roodoranje, gele, blauwe en houten gebouwen in de haven is onze eindbestemming voor vandaag. Van hieruit gaan verder met de boot. Zeg maar gerust cruiseschip in miniformaat. ‘s Ochtends om 5.00 uur melden we ons bij de ferryterminal voor de Inside Passage. Nadat we de auto in onderdekken van het schip hebben geparkeerd gaan we op zoek naar onze hut met patrijspoort. We varen zo’n zeventien uren tussen de metershoge, groene fjorden, kleine eilandjes, langs rode vuurtorens, stromende watervallen, een spookstadje en enkele vissersdorpjes.
’s Avonds worden we getrakteerd op een spectaculaire, oranjeroze lucht en een zon die langzaam achter de horizon zakt. Met als kers op de taart een aantal bultruggen die op dat moment aan ons voorbijzwemmen. Vanaf het water is dit genieten XXL!!Rond middernacht meren we aan in Port Hardy, Vancouver Island.
Vanochtend improviseren met het ontbijt, maar dan heb je wel ontbijt op bed.
Daarna gaan we rustig aan verder met onze reis. Onderweg krijgt de auto een hoognodige wasbeurt terwijl manlief dit voor zijn rekening neemt, bel ik met het thuisfront. Even horen hoe het gaat en vertellen over al de geweldige dingen die we al hebben gezien en beleefd. Met een ‘mis jullie’ hang ik een beetje weemoedig op. In de buurt is een klein lokale pub waar we tussen de locals genieten van een broodje hamburger. Het vlees en brood produceren ze naar eigen zeggen zelf en dat proef je.
Het varen is ons blijkbaar goed bevallen want we gaan weer het water op. Ditmaal in een zodiac, we gaan op zoek naar walvissen. Onze kapitein, de één na leukste van het bedrijf, al zijn dat zijn eigen woorden, geeft een korte veiligheidsinstructie. Daarna mogen we ons in de rode, bloedhete pakken hijsen die aan ons worden uitgedeeld. De zilte wind suist je om de oren en het water spat over de rand, maar ook hier is het weer genieten. We hoeven niet lang te wachten op de eerste ademwolk uit het spuitgat van een walvis gevolgd door een enorme staart. Het is een bultrug en er volgen nog meer familieleden bultrug.
Blijkbaar zijn er een aantal vrouwtjes in de buurt en wil een mannetje deze imponeren door uit het water omhoog te springen. Nou meneer imponeert niet alleen de vrouwtjes maar ook iedereen in de zodiac. Te horen aan de enthousiaste kreten die iedereen uitstoot. Helemaal hyper door de adrenaline van dit imposante spektakel varen we uiteindelijk terug naar vaste wal. Onderweg stoppen we nog even bij een aantal puberale zeeleeuwen die op een enorme rode boei als een groep hangjeugd aan het stoeien zijn.
WE WORDEN OP ONZE WENKEN BEDIEND
“Het zou mooi zijn om hier nu een beer te zien die een zalm uit het water vist”, zeg ik tegen mijn eega. We staan bij de Quinsam River naar de vele springende zalmen te kijken. Een visser vertelt dat hij vanmorgen een zwarte beer heeft gezien bij de rivier, dus ze zijn er wel.
Dat ze er zijn blijkt ’s avonds wel wanneer we tijdens het wandelen een zwarte mama beer uit de dichte begroeiing langs de waterkant tevoorschijn zien komen. Even later gevolgd door twee kleine koters. Eindelijk, denk ik, mijn geduld wordt beloond. Met ingehouden adem en vol spanning bekijk ik samen met nog meer bewonderaars, wandelaars en fotografen, dit geweldige tafereel dat zich vlak voor onze neus afspeelt.
Op gepaste afstand en met respect voor familie beer heb ik ook hier weer mijn camera in de aanslag. Helaas zijn er een paar fotografen die minder respect voor haar hebben en het avondeten verstoren waardoor mama met haar twee kleintjes de veiligheid van het bos weer opzoekt. Jammer dat sommige mensen het leefgebied van wilde dieren niet respecteren en ook niet luisteren naar de locals.
Dwalen over de pier van Campell River, stranjutten op Miracle Beach, hier en daar cultuur snuiven we doen het allemaal, jeetje wat een reis! Soms moet ik mezelf even in mijn arm knijpen. Zo ook nu weer. Vandaag niet varen of rijden maar vliegen. We melden ons bij het vliegveld van Vancouver Island Air. Het oranje vliegtuig dobbert al op het water, we gaan niet in een Boeing 737, maar jawel in een klein watervliegtuigje. Een hobbelige en lawaaierige vlucht van dertig minuten vliegt de piloot met manlief als copiloot ons naar de onbewoonde wereld die Knight Inlet heet. Het leefgebied van de Grizzly’s. Hier brengen we de nacht door in een drijvende lodge. Maar voordat we gaan slapen gaan we uiteraard eerst onder begeleiding van professionals op zoek naar Grizzly’s. En weer vallen we met de neus in de boter!!
De eersten die we tegen komen zijn een mama met twee jonkies. Wauw en later nog een aantal zwemmende, rennende en zelfs vissende knuffelberen. Nou, laat dat knuffel maar achterwege. Ze hebben een hoog aaibaarheids gehalte, maar moet je die reuze klauwen en flinke tanden zien. Daar wil je niet mee in aanraking komen.
We worden heerlijk verzorgd in de lodge. Lekkere, gevarieerde maaltijden worden ons voorgeschoteld en met z’n allen aan lange tafels dineren en napraten over de belevenissen van de dag. Dit alles onder het genot van een drankje. Door een dikke laag mist tussen de fjorden is het de volgende ochtend onmogelijk terug te vliegen en verblijven we een aantal uren langer in dit paradijsje. Uiteindelijk worden we weer netjes afgeleverd bij het vliegveld waar onze auto op ons staat te wachten om ons verder te brengen naar Ucluelet en Tofino.
Deze twee plekken liggen aan de Stille Oceaan aan de westkant van Vancouver Island en gaan we van oost naar west. Ruige, bruinzwarte rotsen waar enorme golven op stuk slaan en brede zandstranden sieren hier de kust, een walhalla voor surfers. Overal zie je surfshops, surfscholen die lessen aanbieden en niet te vergeten de lokale surfers met hun board hangend aan de fiets op weg naar de metershoge golven.
Langs de kustlijn vind je hier ook een uniek en oeroud regenwoud, Pacific Rim National Park. Voor ons geen surfles, wij maken een kleine wandeling over een houten planken pad, genaamd Rainforest Trail. Een makkelijk te lopen pad dat onder andere om grote Red Cedars, dennenbomen en varens heen kronkelt.
De zon is nog net niet boven de horizon wanneer we de westkant van het eiland verlaten en richting het zuiden gaan. Een ree kijkt ons met haar bambi-ogen aan en steekt rustig de weg over. Ons laatste verblijf op Vancouver Island bevindt zich in de stad Victoria. Voordat we daar naartoe gaan brengen we eerst nog een bezoek aan Chemainus. Een klein houthakkersdorpje waar we door het hele dorp houten huizen met prachtige muurschilderingen over de geschiedenis van deze streek bewonderen.
Het is even wennen na weken alleen door natuur te zijn omringd nu in een levendige stad te lopen. Wel een stad met een mooi groot park waar brutale, grijze eekhoorns ons begroeten. In het hart van de stad aan de haven staat het statige parlementsgebouw. ‘s Avonds worden de contouren ervan verlicht. De volgende avond sta ik er helemaal klaar voor met mijn camera op statief om dit licht spektakel vast te leggen. Terwijl ik mijn twijfels uitspreek naar mijn man of de lichten wel zullen gaan branden omdat vandaag de koningin van Engeland is overleden komt op dat moment een beveiliger naar mij toe lopen om te melden dat in verband met het overlijden van Koningin Elisabeth de lichten uit blijven. Alleen de fontein zal in blauw licht worden gehuld.
NOG ÉÉN KEERTJE DAN?
“Kijk daar hebben ze bij de laatste whale watching tour Orka’s gezien”, zeg ik wanneer we een reclamebord voorbijlopen op de kade van Fishermans Warf. “Zal wel een verkooppraatje zijn om zo mensen mee te krijgen”, zeg ik er nog snel achteraan. “We kunnen nog een keer gaan”, zegt manlief. “Meen je dat?” vraag ik verbaasd. En ja, ook wij zwichten voor het ‘verkooppraatje’ en gaan ’s middags nog een keer het water op.
Gewapend met camera speur ik het wateroppervlak af naar deze zwart-witte dolfijnen. Ze worden killer whales genoemd, maar het zijn uit de kluiten gewassen dolfijnen. Het blijkt geen verkooppraatje te zijn. Vierhonderd meter naast de boot rijst uit het water een enorme zwarte rugvin omhoog, gevolgd door een tweede.
Aan de andere kant van de boot nog een orka. Deze dieren zien in hun natuurlijke omgeving dat is overweldigend en prachtig. Aan het begin van deze reis had ik stiekem een wensenlijstje met daarop dieren die ik graag wilde zien, en ik heb ze allemaal kunnen afvinken, dat is toch de jackpot winnen!!
EENS KOMT ER EEN EINDE AAN DIT GEWELDIGE AVONTUUR
We gaan nog één keer het water op met een boot. Namelijk de ferry die ons terug brengt naar het Canadese vaste land. Vancouver is het eindpunt van onze reis. Een bruisende stad die 24 uur doorgaat. De laatste souvenirs worden gekocht in Gastown waar de beroemde Steam Clock staat te pronken.
In Chinatown slaat de schrik mij om het hart. Duizenden junkies en zwervers. De naalden worden open en bloot in de armen gezet, de dealers stallen hun waar uit op tafeltjes, gebouwen dichtgespijkerd en vuile tentjes op elke vierkante meter van de straten. Wat eens een ware toeristen trekpleister was is volledig verwoest. Hoe dit heeft kunnen gebeuren wordt ons snel duidelijk wanneer we een gesprek hierover hebben met een social worker. De pandemie heeft hier een grote rol in gespeeld. Zo jammer en dieptriest. Met de watertaxi brengen we een bezoek aan Grandville Island met de vele kunstenaars en de Public Market. Dit deel laat ons weer een hele andere kant van Vancouver zien.
Mijn idee om fietsen te huren en Stanley Park te verkennen op een stalen ros blijkt iets minder goed te vallen bij manlief, al niet een groot fan van fietsen. Ik hoor hem achter mij mopperen over een fiets waar niks aan deugd. Wanneer we ook nog eens de verkeerde afslag hebben genomen is het snel gedaan met de pret. Hoe kun je nou verkeerd fietsen wanneer je achter de meute aan fietst en alles éénrichtingsverkeer is. Nou, het kan dus. Die meute ging niet naar Stanley Park blijkt nu. Snel leveren we de fietsen weer in. Een vriendelijke jongeman neemt mijn fiets aan en vraagt nog of we hebben genoten van het park. Ja, zeggen we glashard met een uitgestreken gezicht.
Even later rijden we met de auto de parkeergarage van het hotel uit en parkeren we die op een van de vele parkeerterreinen van Stanley Park om zo lopend de Lion Bridge, Nine o’clock gun, Totempalen, Vuurtoren, de Hollow Tree, de Siwash Rock en de skyline van Vancouver te aanschouwen.
Met volle SD-kaartjes en veel herinneringen rijker is het dan echt tijd om Canada te verlaten en terug te keren op Friese bodem. Een reis waar we nog lang verhalen over zullen vertellen en nagenieten van de vele foto’s.
Augustus/september 2022
Bijna vakantie
Uitdagingen zijn er om aan te gaan
Voordat ik met vakantie ga, deze zomer wat later dan gewoonlijk, heb ik een fotoshoot op de planning staan met een grote, gezellig familie. We zijn in het bos en het is een stralende, zonnige dag. Het licht is niet mooi rond het middaguur, maar op verzoek van de opdrachtgevers is er gekozen voor dit tijdstip.
Best een uitdaging om met hard licht een beetje mooie foto’s te maken. Terwijl de familie keer op keer laat weten hoe blij ze zijn met het zonnetje, ben ik op dat moment niet gecharmeerd van de koperen ploert.
“Soms is het wat het is”, merkt een collega fotograaf op, wanneer ik met haar in gesprek ben en mopper over de lichtomstandigheden tijdens de fotoshoot.
Op de valreep heb ik nog een workshop gegeven aan twee leergierige deelnemers. Dit is wat ik erg leuk vind om te doen. Aan mensen de beginselen van fotograferen uitleggen in Jip en Janneke taal. En dan hun enthousiasme zien groeien, zo mooi!
Alvast een beetje in de vakantiemodus
Op pad zonder plan met in mijn tas een camera en één lens, gewoon zien wat je tegenkomt.
Gezellig met een vriendin struinen, bijkletsen en genieten van de omgeving.
Daar is de vakantieperiode uitermate geschikt voor. Eerlijk is eerlijk, wanneer wij er samen op uit zijn, beleven we altijd wel een spannend of komisch avontuur. Dus saai is het bij ons nooit.
We slenteren over een houten vlonder langs de waterkant wanneer wandelaars ons erop wijzen dat verderop een ringslang door het water zwemt. Ik wil er direct naar toe, vriendin is wat minder happig. We zouden gaan pootjebaden, omdat het best warm is. “Je hebt zeker wel in de gaten dat ik nu geen teen meer in het water steek”, merkt vriendin met een benepen stemmetje op.
Helaas komt meneer slang niet meer tevoorschijn, we lopen verder een rondje om het meer. Terug bij de houten vlonder, komt een kranige dame aanlopen en ook zij vertelt ons dat ze een slang heeft zien zwemmen. Op het moment dat we voor de tweede keer heel behoedzaam de steiger op lopen, zien we een zwart koppie net boven het water uitkomen, erachter aan kronkelt zijn lichaam door het water tussen de begroeiing. Zo snel hij tevoorschijn komt zo snel duikt ringmans ook weer weg tussen de groene waterplanten. “Waarschijnlijk erg gesteld op zijn privacy”, zeg ik tegen vriendin. “Heb jij een foto kunnen maken?” vraag ik, “ik helaas niet.” “Niet echt, ik kon net een gil onderdrukken”, is de trotse reactie van mijn lieftallige metgezel.
Licht….Camera…klaar… en…..actie!
Met dochterlief, journaliste in spé, een promotiefilmpje opgenomen voor mijn bedrijfje. Nou, ik kan je vertellen, dat is nog niet zo makkelijk. Onze dame is best kritisch. Dan ben ik niet enthousiast genoeg, dan weer heb ik de slappe lach, ook wat te veel van het goede of gewoon mijn tekst vergeten. Sommige scenes hebben we wel tien keer over moeten doen. Heel soepeltjes verliep het allemaal niet, maar wel leuk om dit samen met mijn dochter te kunnen doen.
Het filmpje wordt gemaakt voor een evenement in ons dorp. Zodra dit is geweest, plaats ik deze ook op mijn website. En misschien op facebook, maar daar moet ik nog even goed over nadenken. Ik sta liever achter de camera in plaats van met mijn toet voor de lens.
Juni/juli 2022
Fotoreis IJsland Westfjorden
Klaar voor de start
In de chaos genaamd Schiphol, maak ik kennis met de (hobby) fotografen die de komende negen dagen mijn gezelschap zijn.
Eveline is onze reisleidster en chauffeur met vaardigheden van een pittige autocoureur.
Ingrid, een kordate dame die weet wat ze wil.
Catrien, voor mij een oude bekende en een leuke verrassing om haar weer te zien.
Martin is een boeiende verhalenverteller.
Peter en Renee zijn gepensioneerde wereldburgers. De mannelijke helft van het echtpaar zorgt voor veel vermaak met zijn grandioze droge humor.
Inge, de rust zelve die balans in de groep brengt en last but not least Yolande. Onze bonus reisleidster met ei of ij dat blijkt aan het einde van de reis.
En ondergetekende, de koffiejuffrouw.
Wij zijn de eerste groep voor deze nieuwe reis, vandaar de bonusreisleider die promotiemateriaal verzamelt voor de website.
Achteraf valt het met de drukte mee en vertrekken we mét bagage en een klein uur vertraging naar IJsland. Ons eerste hotel bevindt zich in Reykholt waar we in de namiddag arriveren. In deze tijd van het jaar wordt het niet of nauwelijks donker op IJsland en dat is voor de eerste nacht een vreemde gewaarwording.
Water in alle vormen en elementen
De volgende dag worden de koffers met passen en meten vakkundig in het nu nog witte, schone busje geladen. Vandaag gaat het fotoavontuur écht beginnen! Onze eerste stop: watervallen en er zullen nog velen volgen. Azuurblauw water, roodbruine rotsen waarover het water naar beneden klatert met erom heen een kader van frisgroene vegetatie. Ik sta in de startblokken om aan de slag te gaan. Eerst nog even wat praktische informatie van de leiding voor we worden losgelaten. Al snel verlies ik mij in dit natuurschoon en dit is nog maar het begin. Boven mij hoor ik gescharrel en geblaat tussen het groene struikgewas. Een paar IJslandse, wollige viervoeters kijken mij nieuwsgierig aan. We vervolgen onze reis naar de zwavel ruikende hete bronnen van Deildartinguhver.
Stoom, borrelend, kokendheet water pruttelt vanuit de bodem tussen de rode rotsen omhoog, een wonderlijk schouwspel van Moeder Natuur. Ondertussen verandert het weer en bieden de weergoden ons dreigende luchten met hier en daar een spatje regen.
Ons volgend onderkomen heeft een gigantisch buitenbad en een natuurlijke warmwaterbron. Eerst gaan we nog een waterval tussen een ‘mini kloof’ fotograferen. Terwijl we hiermee bezig zijn, is het niet alleen water van de waterval dat naar beneden komt. Een flinke regenbui uit de grijze wolkenlucht maakt ons binnen enkele minuten behoorlijk nat.
Na de fotopresentatie over landschapsfotografie loop ik met mijn camera nog even een rondje om de oude grasdakhuisjes. Fotogenieke huisjes, maar toch slaag ik er niet in om ze fotogeniek vast te leggen. Al snel verruil ik mijn camera voor een badhanddoek en plons ik in het verwarmde zwembad. Samen met een van mijn medereizigers testen we de warmwaterbron van 40C. Pff, na vijf minuten en een knalroodhoofd houd ik het voor gezien.
Enthousiast blij ei
Voordat we aan boord stappen op de boot van een visserman en een gedreven walvis wetenschapper halen we onze lunch bij een lokale supermarkt. Waar ze gelukkig ook mutsen verkopen, want deze muts is de hare vergeten. Mijn eerste souvenir is dus een grijze wollen muts.
Niets zo veranderlijk als het weer. Het ziet er dan ook niet veelbelovend uit tijdens de walvissafari. Vanwege de harde wind moeten we ons geluk beproeven in de baai. En geluk dat hebben we zeker! We zijn nog maar net tien minuten onderweg of een reusachtige walvis laat zijn magnifieke staart zien. Mijn allereerste kennismaking met zo’n imposant dier. Ik loop te stuiteren over het dek en de adrenaline giert door mijn lijf. Mijn bereisde collega fotografen kijken mij een beetje lachend en meewarig aan. “Mijn eerste keer dat ik zoiets meemaak”, leg ik uit. Ik geniet met volle teugen en als kers op de taart zwieperd hij zijn staart hoog in de lucht en spat het zeewater alle kanten op. Inmiddels is het gaan regenen en keren we terug naar vaste wal.
Alles eruit halen wat erin zit
We rijden richting de Westfjorden en zien het landschap langzaam veranderen. Na een tijdje, rijden we tussen smoezelige sneeuwresten. We maken een korte stop bij een waterval die onder een boog van sneeuw doorstroomt.
Het volgende hotel ligt volledig in de the middle of nowhere. In het begin van de avond hebben we onze eerste fotobespreking. Ook krijgen we te horen dat hier met enige regelmaat een poolvos rondscharrelt.
Weer word ik helemaal enthousiast, wat zou het gaaf zijn om dit beestje voor mijn lens te krijgen, begin ik te mijmeren. Voor een poging om de poolvos te zien, zetten Catrien en ik onze wekker voor een frisse en vroege ochtendwandeling. Nog voor het ontbijt gaan we met de camera op pad, hopend een glimp van de schuwe poolvos op te vangen. Helaas, ze houdt zich goed verborgen en maken we foto’s van de prachtige omgeving maar zonder vos.
Bij het ontbijt word ik getrakteerd op glutenvrije pannenkoeken. De geur van deze versgebakken lekkernij prikkelt ook de neuzen van mijn medereizigers. Ik zie ze een beetje jaloers kijken wanneer ik ook nog een hele stapel meekrijg voor onderweg.
Van oud ijzer naar fluffy groen mos
Oude, roestige tractors, vergane, gestrande schepen en deels gehavende auto’s ‘sieren’ het landschap van IJsland. Leuke objecten voor urbex fotografie. Onderweg al veel van deze roestige rommel gezien, maar wanneer we op de volgende locatie komen, blijken de IJslanders zo nu en dan toch op te ruimen. Geen boot, geen antieke landbouwvoertuigen, máár wel harlekijn en eidereenden.
De route vervolgt langs adembenemende en imposante fjorden. Ideaal om een panorama foto te maken. Na een duidelijke uitleg krijgen we allemaal de kans om per toerbeurt vanaf het beste plekje de foto’s te maken.
Na de volgende bocht zien we een scheepswrak liggen. Vakkundig en veilig rijdt Eveline het busje naar beneden. Kunnen we alsnog ons hart ophalen aan een roestig oud schip.
Voorbijgangers zien in de berm een uniek en gedreven soort. Met onze camera op statief zijn we de allerschattigste watervalletjes langs de weg aan het fotograferen. Kleine stroompjes sijpelen tussen felgroen mos naar beneden uitkomend in een glasheldere beek.
Overactieve schaapherdershonden en een aroma van vis
In het Artic Fox Center heb ik mijn eerste ontmoeting met een poolvosje. Het diertje is als wees achtergebleven en kan helaas nooit terugkeren in de natuur om zijn eigen voedsel bij elkaar te scharrelen.
Tegenover het poolvossencentrum in Sudavik staat een klein kleurrijk kerkje die we tegen een achtergrond van fjorden op beeld vastleggen.
We komen aan in een vissersdorpje en dat is niet alleen zichtbaar, ook ons reukzintuig krijgt hier het nodige van mee! Ondanks dat het al een lange dag is geweest, gaan we voor degenen die dat willen na het eten nog even op pad. Over een hobbelige weg langs de kust komen we aan bij een klein, groen kerkje. We worden welkom geheten door drie enthousiaste border collies die hun werk als schapendrijvers erg serieus nemen. De viervoeters menen dat ze ons ook ergens naar toe moeten drijven.
De compositie rondom het kerkje blijkt lastig te zijn en we rijden terug naar de baai waar we een grasdakhuisje hebben zien staan. Ook deze locatie is wat compositie betreft een uitdaging.
Terug bij het hotel lopen Yolanda, Martin en ik nog een rondje langs de vissersbootjes in de haven om vervolgens bij een strookje lupinen uit te komen met daarachter weer een kerk. We duiken met onze camera’s de paarse bloemen in om dit beeld vast te leggen.
’s Nachts krijgen we ongevraagd een lesje IJslandse scheldwoorden en worden we pal voor onze hotelkamer getrakteerd op een dronkenmansruzie.
Nog meer watervallen
Zondag begint de dag grijs maar droog! We mogen vandaag onze fotoskills loslaten op paarse zeeën van lupinen en wederom imposante fjorden. Landschap of close-up fotografie, leef je uit! Wanneer we boven op de top een magnifiek uitzicht hebben, rollen er dreigende donkere wolken over de toppen van de bergen. De zon piept door een klein gaatje in de wolken waardoor er één plekje in het dal in het goudgele zonlicht baadt. Echt heel gaaf!
Wanneer we allemaal goed en wel in het busje zitten, begint het te regen, wat natuurlijk niet uit kon blijven. De rit gaat verder over uitdagende en deels onverharde wegen met losliggende stenen en diepe kuilen die gevuld zijn met regenwater. We worden flink heen en weer geschud, terwijl Eveline het busje zonder blikken of blozen om de diepe gaten heen en langs afgronden stuurt. Op weg naar onze volgende bestemming: de Dynjandi waterval.
Regenkleding wordt aangetrokken en de camera’s worden voorzien van regenhoezen daarna zijn we klaar om de metershoge waterval voor onze neus, die maar liefst uit zeven etages bestaat, te fotograferen.
Ik begin bij de eerste etappe en gaandeweg klim ik naar boven, in de kleine lettertjes staat dat ook een sessie bootcamp tot de reis behoord. Halverwege bedenk ik dat mijn rugzak ook nog een regenhoes heeft en dat het misschien verstandig is deze te gebruiken.
Wanneer iedereen doorweekt, maar voldaan weer in ons inmiddels camouflage, bruin gekleurd busje zit, vervolgen we de reis hobbelend verder. Voor de verandering stoppen we onderweg nog bij een waterval. Bij het uitstappen vraagt Yolanda met een grote grijns: “Zijn jullie de watervallen al zat?”
Terwijl wij in het hotel met de voetjes omhoog onze wow foto’s bekijken, poetsen Eveline en Yolanda de bus weer blinkend schoon.
En doorrrrrr
Dat de clowneske papegaaiduiker een gewild foto object is, is wel duidelijk wanneer we ’s ochtends stipt 5.00 uur bij het busje staan. Nieuwsgierig worden we vanaf de kliffen aangekeken door een paar roodoranje omrande zwarte oogjes met daaronder een felgekleurde oranje snavel.
Als volleerd fotomodellen staan ze mooi te poseren voor al die plat op de buik liggende fotografen met hun telelenzen. Je kunt je afvragen wie nou wie bekijkt.
Verderop zijn een aantal onderzoekers bezig vogels te vangen en van drie zendertjes te voorzien. Dat deze groep wetenschappers en onze groep natuurfotografen niet altijd dezelfde mening delen, wordt wel duidelijk wanneer de hengel breekt terwijl er een vogel aan bungelt. De vogel vliegt weg met de lasso nog om zijn hals. Er wordt ons verzekerd dat deze los gaat wanneer zo’n ongelukkig voorval zich voordoet. Hier moeten we dan maar op vertrouwen.
Op de terug weg naar het hotel zien we een aantal zeehonden luieren op de rotsen in het zonlicht. Wanneer we snel kunnen ontbijten en inpakken is er misschien nog tijd om even terug te gaan naar deze guitige beestjes. Wel kort, want we moeten een ferry halen. Er wordt in rap tempo een ontbijt naar binnen gewerkt. Even later zitten we alsnog met onze camera’s langs de kust bij de zonnebadende zeehondjes.
De ferry van Westfjorden naar Snaefellsness duurt maar liefst tweeëneenhalf uur. We kunnen heerlijk onderuitgezakt genieten van het landschap en de zilte zeelucht.
Omdat ik mijn taak als koffiejuffrouw heel serieus neem, loop ik wel drie à vier keer naar het benedendek om bijna iedereen van een kopje met dit verkwikkende drankje te voorzien.
Vandaag is het een zonovergoten dag, terwijl de voorspellingen voor morgen echt heel slecht zijn. Er is besloten om een aantal locaties die voor morgen op de planning staan vandaag mee te pikken.
Vanaf de boot rijden we naar de toeristische trekpleister: de Kirkjufell berg met de waterval ervoor. Samen met vele andere bezoekers is het een beetje dringen om het bekende plaatje te schieten. Sommige foto’s maak je voor de herinnering. Wanneer ik de omgeving om mij heen wat beter bekijk, zie ik achter mij een glinsterend, blauw meer met een dorpje aan de voet van een berg met gave lijnen en structuren. Zonde om daar geen foto’s van te maken. Nog een extra fotostop is het zwarte kerkje van Budir met de gele boterbloemen. Volgens mij zijn er evenveel kerken als watervallen op IJslandsebodem.
Iedereen rolt uit de bus en ploft met de camera voor zijn neus tussen de gele bloemetjes. Enkele toeristen kijken ons bevreemd aan. Ik weet niet wat voor stuifmeel er in IJslandse de boterbloemen zit, maar terug in de bus ben ik behoorlijke flauw en melig.
We zijn bijna bij ons volgende onderkomen wanneer in een meertje een gave reflectie van besneeuwde bergtoppen is te zien. Vanwege de tijd kunnen we niet stoppen. “Misschien kunnen we vanavond na het eten teruggaan”, oppert Yolanda. Er wordt wat gehumd vanaf de achterbanken. “Laten we eerst even kijken hoe iedereen er na het avondeten bij hangt na zo’n lange dag”, zijn de wijze woorden van Eveline.
Voor de komende twee nachten hebben Catrien en ik de beschikking over een vier persoons huisje. Terwijl de eettafel volledig in beslag wordt genomen door haar spullen zeg ik quasi verontwaardigd: “Hé, Catrien, het is een vier persoons huisje, is er ook een klein stukje tafel voor mij?” “Macht der gewoonte, wanneer je alleen woont”, is haar lachende reactie.
Grijs en grauw is de lucht wanneer we de volgende ochtend bij een ruige zee, hoge kliffen en zwarte rotsformaties onze statieven uitschuiven.
We maken gebruik van een paar droge uurtjes, ook rijden we nog naar de Saxholl krater, een geïmplodeerde vulkaan. Terwijl Eveline het autoportier opent, valt de regen met bakken uit de hemel en een sterke windvlaag waait naar binnen. Ter plekke besluiten we unaniem dat we het niet erg vinden om niet de vulkaan op te lopen. We gaan terug naar het huisje voor een ontspannen luie middag en het uitzoeken van een drietal foto’s voor de fotobespreking. Ik dacht er enigszins onderuit te komen. Helaas, er wordt niet afgeweken van dit programmaonderdeel.
Time fly’s when you’re having fun
Dan breekt alweer de laatste volle foto dag aan. De dag start met een goed gesprek tussen Martin en een IJslandse schaap. Door Catrien en mij gadegeslagen vanuit ons huisje en door ons voorzien van een grappige ondertiteling. Het stuifmeel werkt nog na. Ons volgend foto object is Anarstapi een boogrots pronkend in de woelige zee langs de ruige kust. Niet alleen de tijd vliegt voorbij, maar ook de broedende sternen vliegen af en aan om te laten weten dat ze niet met zich laten sollen.
En dan echt de allerlaatste fotostop voor we terug keren naar de drukke bewoonde wereld. Yntri Tunga, daar kijken we vertederd naar papa, mama scholekster met hun pluizige kroost die tussen het rode wier rondscharrelt. Verderop liggen een aantal zeehonden op de rotsen te chillen, terwijl achter hun metershoge golven spectaculair uiteenspatten.
Als proefkonijnen kijken we terug op een zeer geslaagde reis en mooie herinneringen!
Er is héél véél fotomateriaal te bewerken waardoor ik nog lang kan nagenieten van deze uniek en veelzijdige fotoreis.
Mei 2022
Plan A,B en C
Geduld en keuzestress
Het voorjaar is in volle gang en is geëxplodeerd in vele kleuren en geuren.
Nieuw leven, kriebelbeestjes, vrolijke vladderaars en bezige bijtjes, de natuur gonst om je heen. Zóóóóó veel foto onderwerpen, welke ga ik kiezen?
Ik ben op zoek naar de meikever, elke wandeling met mijn hond Max speur ik de eikenbomen af. Soms tot frustratie van Max dat ík niet doorloop. Hij mag graag overal zijn zwarte, natte hondenneus de kost geven, maar dit is zelfs hém iets te gortig.
Terwijl ik mij het apenzuur zoek en nog steeds niks heb gevonden, merkt een vriendin terloops op dat zij zo’n vies verdwaald beest in haar keuken had. Zonder pardon is deze indringer naar buiten gebonjourd. Met een mengeling van verbazing en jaloezie kijk ik haar aan. “Waar heb je dat beestje gelaten”, vraag ik. “Weet ik niet, manlief heeft deze naar buiten gebracht”, is haar reactie. “Weet je wel dat het mannetje prachtige ‘wimpers’ heeft?” zeg ik verontwaardigd. “Ja, antwoord ze laconiek, maar het blijven vieze beesten”, is haar mening.
Ik hoop dat ik dit in de schemer actieve bruine kriebelbeestje met witte, zachte haartjes nog een keer voor mijn lens krijg.
Flexibiliteit, creativiteit en humor
De tulpen zijn inmiddels gekopt en het seizoen is voorbij. Samen met mijn lieftallig fotomaatje ben ik naar de Poldertuin geweest om de eerste voorjaarsbloeiers te fotograferen. Terwijl ik achter een tulpenbed op mijn knieën lig te fotograferen, speurt zij de tuin rond om te kijken waar ik ben gebleven. Wanneer ik lachend tevoorschijn kom en naar haar zwaai, zet zij mij snel op de kiek. Nieuwe profielfoto?
Ons volgende uitje is de koolzaadvelden en de zeehondjes, maar Moeder Natuur gooit roet in het eten. Het is dan wel voorjaar, maar op het moment voelt het met de vele regen en harde wind eerder herfst.
Overschakelen naar plan B, wat is plan B? Die is er niet, dus even creatief en flexibel zijn en dat is een eigenschap die meeste natuurfotografen niet vreemd is. We besluiten naar een vlindertuin te gaan.
We komen aanrijden op een keurig netjes ruim opgezet parkeerterrein. Vanaf dit punt loop en fiets je een natuurgebied in met prachtig aangelegde paden. We zoeken naar de vlindertuin en lopen naar een nieuw ogend gebouw, dit blijkt een bistro te zijn. Aan de overkant zien we half verscholen tussen het hoge gras en struiken een aftands gebouwtje. Moeten we daar zijn? Ja daar moeten we zijn. Eenmaal binnen is het nog smoezeliger en niet bepaalt netjes. We lopen over de tot op de draad versleten vloerbedekking naar de kassa. We zijn de enigen. Eenmaal in de vlinderkas blijkt het daar net zo rommelig te zijn.
Maar er fladderen wel prachtige exotische kleurrijke vlinders en geen mens te bekennen. Volop fotografie mogelijkheden. Na een aantal uurtjes lopen we samen compleet bezweet (gevalletje niet goed gekleed) weer naar buiten. Een deodorant zou niet verkeerd zijn, laten we dit nou net niet bij ons hebben. Voordeel we ruiken beide naar hetzelfde natuurlijke ‘parfum’. We ploffen neer bij de bistro voor een drankje. “Wat een bende was het daar eigenlijk, ik zal nog eens iets voorstellen”, zegt vriendin een beetje beteuterd. Ik moet er om lachen en zie de humor er wel van in.
Stedentrip, een mix van herinneringen en foto’s maken
Met manlief, schoonzus en zwager ben ik drie dagen naar Boedapest geweest. Naast natuurfotografie kan ik mijn hart ook erg ophalen met straatfotografie.
Ik lig half op de trappen bij het Visserbastion de Matthiaskerk te fotograferen, zodra ik opsta komt er een hele mensenmenigte achter mij in beweging. Beetje beduusd kijk is ze na wanneer ze aan mij voorbijlopen. Ze hadden keurig netjes staan wachten, wat aardig denk ik. Blijkt dat mijn zwager heeft gezegd dat het voor National Geographic is. Nou dat is een te grote eer, maar fijn dat familie (niet geheel onbevooroordeeld) je op die grote waarde schat.
Later die dag zijn mijn lieve en geduldige familieleden misschien iets minder blij met mij. Het plan is om tijdens het blauwe uurtje, wat in werkelijkheid maar een kwartiertje is, het goudgele verlichte Parlementsgebouw te fotograferen. Maar dan wel vanaf de andere kant van de Donau. Het idee is om met de metro gaan, maar blijkt het metroverkeer volledig plat te liggen. Schakelen naar plan B, die ik in rap tempo moet bedenken. We gaan met de tram! Snel bekijk ik dienstregeling. Eerst nummer 47, daarna overstappen in 41 op 19. Makkie; zo gezegd, zo gedaan. Of toch niet? Tram 47 brengt ons keurig over de brug naar de overkant. We stappen uit terwijl aan de overzijde van het perron een tram staat. “Moeten we daarin?” vraagt zwager nog. “Ja”, antwoord ik stellig. We zitten net wanneer de tram begint te rijden. Terug de brug over, uhm de verkeerde kant op. Blijkt dat we weer in nummer 47 zijn gestapt, sorry. Eerstvolgende halte uitstappen en dan maar teruglopen om vervolgens wel in de juiste tram te stappen. Het blauwe kwartiertje is inmiddels bijna voorbij wanneer we eindelijk op de plek aankomen waar ik graag wil fotograferen. Dan is het schakelen en moet je het doen met de omstandigheden van dat moment. Een drankje na afloop op het terras hebben mijn medereizigers wel verdiend. De commentaren over mijn skills als reisleidster heb ik de rest van het weekend nog vele malen moet aanhoren.
April 2022
Avontuurlijke bloopers
Spontane uitstapjes zijn meestal de leukste.
Of ik last minute mee wil het kerkje van Wierum fotograferen bij zonsondergang? Eind van de middag krijg ik deze uitnodiging van een vrolijke, blonde, Groningse fotografe. “Ja, leuk!”
Snel de cameratas, wat ander spulletjes bij elkaar zoeken en hup op naar het waddengebied.
Het is vloed, dus laten we het wad voor wat het is en gaan we aan de slag met het kerkje. Een locatie die al door vele fotografen is vastgelegd dus een uitdaging om met een creatieve foto thuis te komen.
Zo stond ik vorige maand ook op zo’n soort locatie; de vuurtoren van Oostmahorn. Wat heb ik daar heen en weer gesjouwd met mijn statief en camera. Op zoek naar toch nog een beetje een creatieve compositie. En maar pruttelen over het gebrek aan originaliteit. Ja muts, waarom ga je dan ook naar een locatie toe die al bijna door iedere fotograaf in Nederland is vastgelegd? Maar deze muts had het plan bedacht de vuurtoren te fotograferen met een opkomende volle maan.
Je moet er zelf wat (avontuurlijks) van maken.
“Ik kijk even over de dijk bij het wad, het valt al redelijk droog”, roept collega fotografe wanneer zij met stevige passen langs mij de dijk op loopt. Ik pruts nog even wat met de kerk maar loop dan ook de dijk over.
Ik zie dat mijn spontane metgezel al op het wad staat. Misschien handig dat we even laarzen aantrekken. En foetsie, ze is weer op weg naar de auto om deze op te halen.
Wanneer ze de laarzen aan heeft, loopt ze nog een klein stukje verder het natte, zachte maar verraderlijke wad op. “Denk je erom, je zakt er zo tot je knieën in weg” roep ik haar nog na. “Ja hoor, denk wel dat dit nog kan” roept ze. In een déjà-vu zie ik mij samen met een bevriende fotograaf ook op het wad vertoevend wanneer we tot ver over onze knieën wegzakken in het slib. Mijn hersenspinsel is nog niet verdwenen of ik hoor achter mij: “Ik zit vast.” Terwijl ik omkijk, zie ik dat ze bijna tot haar knieën in de blubber staat. Ik wist niet dat we zouden gaan wadlopen?
Met behulp van mijn volledig uitgeschoven statief probeer ik haar eruit te trekken. Nadat ik eerst een foto heb gemaakt. Net nog dacht ik, dat mijn nieuwe statief toch iets te hoog is, nu komt dit goed van pas. Multifunctioneel zo’n statief! Ga nooit zonder statief ‘wadlopen’.
Samen met haar camera komt ze op haar sokken weer aan vaste wal, helaas heeft ze afscheid moeten nemen van haar net nieuwe laarzen. Deze staan nog in het wad onder een dikke laag slik.
Lachend staan we op de dijk. We hebben in ieder geval voor vermaak gezorgd voor menig voorbijganger. Eerst de vieze troep uit en in een vuilniszak die ik opdiep uit mijn rugzak. Een lauwe kop thee en dan maar richting huis. Grinnikend zeg ik tegen haar: “Hopen dat je onderweg naar huis niet staande wordt gehouden door een agent. Of een passerende vrachtwagen waarvan de chauffeur vanuit zijn cabine zo mijn auto in kan kijken”, is haar reactie.
Een bekende fotolocatie, maar wij hebben er wel een gezellig avontuur van gemaakt!
Wat moet je anders?
Samen met een vriendin zit ik in een fotohut om vogels te fotograferen. Wat doe je wanneer er geen enkele vogel voor de hut fladdert en er zo nu en dan een spettertje regen uit de lucht valt? Regendruppels fotograferen! Een lege accu en een SD kaartje voor de helft vol geschoten verder nog geen druppel fatsoenlijk vast kunnen leggen. Ik heb iets in mijn hoofd en wil dat de druppel op een bepaalde plek uiteenspat in een door mij gekozen compositie.
Dan weer te vroeg, dan weer net te laat. Ondanks de burstmodus lukt het mij niet het gewenste plaatje te schieten. Beetje gefrustreerd laat ik het plan eerst even varen. Het weer klaart inmiddels op en de gevederde vriendjes komen ons een bezoekje brengen. Technisch gezien zijn we bij hen op bezoek.
Buiten je comfort zone valt meer te beleven.
Op een zonnige zaterdagmiddag staat deze fotografe langs een grasbaanrace. Groter contrast kun je niet vinden. Geen fluitende vogels, bloepende heikikkertjes of een rustgevend kabbelend watertje. Totaal het tegenovergestelde. Veel herrie, benzinedampen en stofwolken. Tussen al dit ronkende geweld sjeest zoonlief met zijn crossmotor over de baan. In de bocht komt hij ten val, springt weer op en scheurt verder. Moeders (ondergetekende) langs de lijn is direct 10 jaar ouder en haar haardos compleet grijs. Daar is de haarverf voor uitgevonden is een reactie.
Ik heb toch best aardige actiefoto’s gemaakt tussen wat je bijna natuurbarbaren zou kunnen noemen. Volgende keer maar weer de rustgevende natuur in. De lente is begonnen! Tenminste dat dacht ik.
Moeder Natuur had nog een 1 april grap voor ons in petto. Terwijl de eerste kleurrijke voorjaarsbloeiers al in volle bloei staan strooit Moeder Natuur nog met witte, koude sneeuwvlokken. De narcissen, tulpen, sneeuwroem en de kievitsbloemen worden toegedekt met een verrassend dik, wit en zacht tapijt van sneeuw.
Tijdens de sneeuwbui ben ik er op uit gegaan. De paarse kievitsbloem in de sneeuw, lente met een winters tintje. Hoe vaak komt dat nu voor?
Maart 2022
Niets is vanzelfsprekend
Denken in oplossingen
Tijdens een verkenningstocht van een fotolocatie met mijn trouwe viervoeter Max komen we voor een dilemma. Geen groot dilemma, maar we moeten over een sloot. Nou ja, een sloot wil ik het niet noemen, meer een grote greppel. Wel tot de rand gevuld met regenwater.
Na vele aansporingen vertikt mijn held op sokken om over het slootje te springen.
“Sorry, vriend er zit niks anders op”, zeg ik tegen hem terwijl ik hem oppak en hups zachtjes naar de overkant gooi. Even kijkt hij mij verbouwereerd aan, schudt dit van zich af en loopt speurend verder. Snel moet ik ook over het watertje springen. Wil ik niet pardoes in de sloot vallen en alsnog een nat pak halen. Max zijn riem zit namelijk vastgesnoerd om mijn middel.
Wat maakt een foto bijzonder?
Altijd wow foto’s maken, is geen realiteit, soms maak je registrerende beelden. Zo was ik op zoek naar kraanvogels. Een geen alledaagse vogel in Nederland. Ik heb ze gevonden, ze stonden wel een heel eind bij mij vandaan. De foto’s die ik heb geschoten zijn een registratie van papa en mama kraanvogel met hun kroost in hun natuurlijke leefomgeving. Bijzondere onderwerpen maar nog geen bijzondere foto. Met andere woorden niet alledaagse onderwerpen maken de foto niet automatisch spectaculair.
Er is misschien wel een zaadje geplant voor een nieuw project waaraan je lange tijd kunt werken om uiteindelijk wel een wow foto van een bijzonder onderwerp te kunnen maken.
Foto’s kunnen verschillende betekenissen hebben.
Een kiekje gemaakt tijdens een vakantie met je dierbaren, maakt voor jou de foto bijzonder als herinnering aan dat moment.
Een beeld die je in je hoofd al hebt gemaakt en waaraan je een tijdje werkt door veel voorbereiding en onderzoek te doen.
Dan op een dag sta je in het veld en alles valt samen, jou erin gestoken energie en de nodige dosis geluk.
Je voelt dat je de foto daadwerkelijk kunt maken en daardoor bijna ontploft van trots, blijdschap en adrenaline. Tenminste wanneer ik voor mezelf spreek. Even voor de beeldvorming; ik sta dan meestal te stuiteren in het veld. Vaak zijn dit wel de spectaculaire foto’s, maar die het extra bijzonder maken door de vele energie en niet te vergeten het geduld wat je erin hebt gestoken.
Herinneringen maken en avonturen beleven
Een reis naar IJsland met mijn dochter staat niet zo zeer in het teken van fotograferen. Uiteraard gaat de camera en een aantal spullen wel mee.
Mijn eerste kennismaking met IJsland is stormachtig. Het is en een avontuurlijke reis geworden die we niet snel zullen vergeten door de vele dingen die anders liepen dan anders. Misschien in een ander blog daarover meer.
Waarvoor we eigenlijk zijn gekomen, hebben we helaas niet kunnen zien of doen door de onstuimige stormen en de vele sneeuw die ze in geen jaren zodanig hebben gehad. We blijven het van de positieve kant bekijken, want dan hebben we een geldige reden om nog eens terug te gaan.
Dan ziet de wereld er ineens heel anders uit
Tijdens ons verblijf in Reykjavik valt Poetin Oekraïne binnen. Een zinloze oorlog die alleen slachtoffers kent, veroorzaakt door een gestoorde gek en dat is nog zachtjes uitgedrukt.
Dit gebeuren zet mijn gevoel van balen over een geannuleerde boottocht om walvissen te gaan spotten tijdens ons verblijf in IJsland in een ander perspectief.
Die mensen daar leven van het ene op het andere moment in een onveilige en onzekere situatie. Hun leven wordt overhoopgehaald en ik zit hier te kniezen omdat ik geen walvis ga zien. Figuurlijk geef ik mijzelf een schop onder mijn kont.
Mijn gevoel maakt plaats voor frustratie, machteloosheid en boosheid en ik word onrustig. Ik wil wat doen om deze mensen te helpen. Je wilt wel in de auto springen en mensen ophalen bij de landsgrenzen, impulsief en onverstandig. Maar petje af voor de mensen die het daadwerkelijk doen.
Uiteindelijk verzamel ik een auto vol kleding, dekens en toiletspulletjes. Dit lever ik af bij een hulpinzamelingsactie punt. Zo probeer ik toch een klein beetje een steentje bij te dragen. Al is het een druppel op een gloeiende plaat. Wanneer iedereen een druppeltje doet, zal de plaat uiteindelijk minder gloeiend heet zijn.
Februari 2022
Verrassingen
Cameraschuw
“Deze foto kan echt niet meer. Je moet een nieuwe profielfoto”, is de kritische reactie van dochterlief wanneer zij mijn website en facebookpagina onder handen neemt.
We bekijken samen wat ideeën. Elk voorstel wat ik aandraag wijst zij, journalist in spé, resoluut van de hand. Je moet zichtbaar zijn, want de mensen willen weten wie achter de camera staat. Dus een streep door profielfoto’s met een camera voor je snoet. Zucht, heb ik al gezegd dat ik cameraschuw ben.
Kleine onverwachte cadeautjes
Het begin van het nieuwe jaar start met grijs, mistig en best wel saai weer. Deze periode gebruik ik om locaties te verkennen. Op zo’n ochtend val ik met mijn neus in de boter, of beter gezegd in de wol. Een schaapsherder, met haar kudde en hond staan op het punt de hei op te gaan. Ik vraag of ik een stukje mee mag lopen, en dat mag. Al wandelend over de hei in het tempo wat de schapen aangeven, vraag ik haar, de schaapsherder, het hemd van het lijf. Terwijl zij in hetzelfde geduldige tempo de schapen volgt, beantwoordt zij mijn nieuwsgierigheid. Luisterend naar haar uitleg schiet ik hier en daar een aantal foto’s.
Lachend geniet ik van de uitgelaten capriolen van hond Jillz. “Ja, ze is nog in opleiding”, legt de schaapsherder uit wanneer Jillz weer eens een niet-zo-schaapherdershond-achtige-actie uitvoert.
Ondanks het saaie grijze weer geven de witte wollige fotomodellen op de hei de foto net even een ander tintje.
Soms is het alleen genieten
“Nog nooit van gehoord, waarschijnlijk heb ik onder een steen gelegen maar wat zijn dansende spreeuwen”, is de vraag van een collega fotograaf.
“Nee, hoor geen steen ik fotografeer ook nog maar sinds drie jaar dit fenomeen en het gebeurt bijna letterlijk in mijn achtertuin. Dus als er iemand onder een steen heeft gelegen dan ben ik dat”, is mijn reactie. “Dat is nog erger”, zegt ze lachend
Ik nodig haar uit om samen met mij op pad te gaan om dit fenomeen te bewonderen en vast te leggen.
Gekscherend merk ik op dat we om 17.00 uur een afspraak hebben met de spreeuwen voor het opvoeren van hun show.
Op het ‘afgesproken’ tijdstip staan we dan ook op de ‘afgesproken’ locatie klaar met onze camera’s in de aanslag. Geen spreeuw in de lucht te bekennen, in de verte een paar kleine zwarte plukjes.
Twijfelend staar ik naar de lucht. Moeten we vertrekken naar een andere locatie of blijven we staan? De vogels komen dichterbij maar verdwijnen even snel weer in de verte. Terwijl we naar de auto lopen vormt achter ons een hele zwerm. Snel maken we rechtsomkeert, terug naar de uitgekozen locatie.
Uiteindelijk zijn ze er dan toch en al fotograferend roep ik tegen de vliegeniers dat ze te laat zijn. Alsof zij zich daar wat van aantrekken.
Het wordt al snel te donker om uit de hand te kunnen blijven fotograferen. Ik moet mijn ISO waarden flink omhoog schroeven om de snelheden waarmee zij over scheren vast te kunnen leggen.
Ze vormen een enorme grote zwarte wolk aan de hemel en wanneer ze overvliegen hoor je een magisch zoemend geluid. Vooraf heb ik collega fotograaf gewaarschuwd voor de kleine verrassingen die ze deponeren wanneer deze gevederde fotomodellen over je heen komen vliegen. Dit heb ik uit eigen ervaring ondervonden.
De mooie figuren die ze kunnen maken in de lucht blijven uit. Daarvoor heb je de ‘hulp’ nodig van jagende roofvogels. Die zijn in geen velden of wegen te bekennen, waarschijnlijk een vrije dag.
“Sorry, de roofvogels vergeten te bestellen”, roep ik naar mijn fotograferende gast, dus geen spectaculaire figuren. Met andere woorden geen salsa, maar gewoon een quickstep. Ondanks dat genieten we toch van de show. Soms geeft dat ook voldoening.
Geen foto’s met een wow factor, maar wel gezellig met een gelijkgestemde op pad.
Januari 2022
Winter(foto)pret
Alle leuke dingen komen langzaam
Het is zover, na tweeënhalf jaar rijden we weer richting de sneeuw. We zoeken Koning Winter op in Oostenrijk. Na weken bijna elke dag op sneeuwhoogte.nl te kijken of er nog een cm sneeuw bijgevallen is, alsof dat een dikker pak sneeuw tevoorschijn tovert, stappen we ’s ochtends heel vroeg in de auto. Dertien uren rijden later kunnen we het magische, witte glinsterende sneeuwdek met eigen ogen bewonderen. De eerste sneeuwballen worden natuurlijk direct gegooid.
Spannend was het nog wel, de week vooraf veranderden de spelregels wat Corona betreft dagelijks. Zelfs op de dag van vertrek is er weinig sprake van vakantie voorpret, de Oostenrijkse regering houdt beraad over nog strengere maatregelen. We moeten gevoelsmatig nog heel wat bergen nemen, en het liefst doe ik dit op ski’s.
Zonder problemen en met de juiste papieren komen we aan in het witte wonderland genaamd Flachau.
Reikhalzend kijk ik niet alleen uit om op ski’s de pistes af te glijden, maar ook om met de camera om mijn nek en met mijn snowboots aan door de knisperende sneeuw te wandelen. Op zoek naar mooie winterse plaatjes.
Opgelucht en uitgelaten
’s Avonds zitten we als een stel uitgelaten luidruchtige kinderen aan tafel. De vakantiepret is begonnen of komt het door dat alcoholische drankje wat we bij het eten drinken.
“Vandaag neem ik de camera mee”, deel ik voorzichtig mee wanneer iedereen startklaar staat in zijn of haar skischoenen. Ze weten dat de kans bestaat dat ze dan op de piste langer op mij moeten wachten. Nou ja kans, dat wachten is vrijwel zeker.
Een beetje voorovergebogen zit ik in de stoeltjeslift, nee ik ben niet misselijk, maar mijn rugzak is toch iets groter dan de gemiddelde rugzak die een skiër meeneemt. Een cameratas, stoeltjeslift en ski’s is niet een comfortabele combinatie.
Een typisch gevalletje: ik baal van mijn ouders
Na een paar dagen wintersport beoefenen gun ik mijn spieren, waarvan ik geen weet had, dat ik die op die plekken ook had, wat rust. We maken een arresleetochtje. Voor mij een mooie kans om het gebied te verkennen voordat ik met mijn camera op pad ga. Het wordt een beetje een “verplicht” gezinsuitje.
Onze jongste vindt het maar niks ‘te weinig pk’s’ is zijn mening. De slee wordt over een witte deken en tussen de besneeuwde bergtoppen voortgetrokken door twee gitzwarte met rinkelende bellen behangen paarden. Eén ouder paard met ervaring en een jolige bengel (kon onze jongste zijn) die nog veel moet leren. Onze benjamin zijn gezicht spreekt boekdelen. Hij kruipt het liefst nog verder weg onder zijn muts om onherkenbaar te zijn tijdens deze vrolijke rinkelende tocht. Hij is druk bezig met appen van zijn mede- kamikaze-actie-vriend die op dit moment wel de berg naar beneden suist.
De lachspieren worden ook getraind
Het plan is om te gaan rodelen met tien personen, familie van kamikaze vriend is ook mee. We worden met de rodeltaxi opgehaald. Daar begint de hilariteit al. Een busje voor max acht personen komt aanrijden. Moet kunnen zegt de Oostenrijkse chauffeur laconiek.
Heen en weer slingerend en op elkaar gepropt, begint de rit over een besneeuwde bergweg omhoog.
Onderweg zie ik mooie foto onderwerpen. Zoonlief (de oudste van de twee) merkt doodleuk op: “Ja, dan weten we zeker dat we een kettingbotsing veroorzaken met de sleetjes, staat weer zo’n maffe fotograaf in de weg.”
Boven krijgen we uitleg over de slee. Linkervoet in de sneeuw is links, rechtervoet in de sneeuw is rechts en alle benen en armen omhoog is ritje krankenhaus.
“Oké, hmm ik ga wel als laatste”, roep ik samen met mama van vriend wie een gezellige kletsende bootcamp dame is. Wanneer iedereen reeds naar beneden raast gaan ook wij los. Ik test even mijn remmen en het stuur uit terwijl ik dit doe draait mijn slee om en glij ik achterstevoren naar beneden. Uhm, meneer hier heb ik geen uitleg over gehad. Sneeuw happend, inhaalmanoeuvres, sneeuwballen en vele lachsalvo’s verder komen we naar onze mening veel te snel aan bij het eindpunt.
Herinneringen maken en genieten
Foto’s maken om herinneringen vast te leggen en foto’s maken om het bezig te zijn met fotograferen. Twee totaal verschillende dingen. Deze wintersportvakantie is daar een combinatie van.
Op een middag trek ik met mijn camera er alleen op uit, al begint de wandeling samen met hond en manlief, maar zij lopen later terug naar ‘ons huis’. Zittend of liggend in de sneeuw vergeet ik daarna de tijd en ga volledig op in het fotograferen van de Oostenrijkse winterse natuur om mij heen. De resterende dagen van de vakantie is quality time met het gezin. Dit wordt ook wel gemakkelijk gemaakt door Moeder Natuur. De overige dagen zijn niet de mooiste weersomstandigheden voor spectaculaire winterplaatjes.
Omdat ik meestal samen met manlief vroeg uit bed stap, want de hond laat weten dat hij hoge nood heeft, word ik soms plotseling verrast door prachtige wolkenpartijen die laag in het dal hangen. Snel pak ik mijn camera-spullen (die staan startklaar en op een strategische plek), trek mijn skibroek en jas over de pyjama aan en hup naar buiten de frisse winterkou in. Genietend van de rust en de langzaam ontwakende, witte wereld om mij bepaal ik de compositie van de foto’s. Totdat de serene rust als sneeuw voor de zon verdwijnt door een sneeuwscooter die met een ronkende motor de berg op scheurt. Tijd voor ontbijt!
December 2021
Startschot voor winterse gezelligheid
Ongewenste bezoeker
De bomen zijn bijna helemaal kaal, de dagen worden korter en donkerder.
De vogelvoertafels staan en pindakaaspotten hangen alweer een tijdje bij mij in de tuin. Deze worden dan ook druk bezocht door de mussen, vinken, koolmezen, pimpelmezen, lijsters, roodborstjes en de bonte specht pikt ook graag een nootje mee.
Archief foto februari 2021
Vanaf mijn comfortabele bank bij de kachel waarin een knappend houtblok een aangename warmte verspreidt en met een kop kruidige melange genaamd winterthee kijk ik genietend naar de vliegcapriolen van deze gevederde vriendjes.
Ik zou mijn camera ook voor het raam kunnen opstellen om foto’s te gaan maken, maar dan moet ik eerst wel even de ramen zemen zowel binnen als buiten.
Laat ik dat gelijk maar doen, het is tenslotte droog vandaag. Wanneer ik met de laatste ramen naast de vogelvoederplek bezig ben wordt mij dat niet bepaald in dank afgenomen.
Terwijl ik met mijn spons, zeem en leer in de weer ben, hoor ik achter mij verontwaardigd getjilp van een hele zwerm mussen die ongeduldig op de pergola zit te wachten tot ik klaar ben. Je ziet ze denken: wat moet dat mensenwezen daar onze voederplaats te verstoren. ‘hè hè eindelijk is ze klaar’, wanneer ik dan mijn emmer sop en trapje meeneem.
Kerstverlichting voor het pimpen van een foto
Voor mij is de decembermaand een maand vol gezelligheid, kerstversiering ophangen, kaarsjes branden en hopen op een strenge winter met een dik pak sneeuw.
Op regenachtige dagen ben ik binnenshuis bezig met het fotograferen van winterse- en kersttafereeltjes. En creatief spelen met kerstverlichting door bijvoorbeeld kerstlichtjes om te toveren in sneeuwvlokken in de foto. Dit doe ik door voor op mijn lens een sjabloon van een sneeuwvlok vast te maken met een elastiekje. Mijn diafragma (lensopening) zet ik zo wijd mogelijk open (een laag f getal). De afstand tussen de kerstlichtjes en mijn onderwerp houd ik zo groot mogelijk. Het is soms even puzzelen hoe het snoer met lichtjes op te hangen en het met millimeters te verplaatsen voor het juiste effect.
Of wil je juist de lichtjes laten fonkelen als sterretjes? Hiervoor heb je geen sjabloon nodig. Je stelt een klein diafragma in (een hoog f getal, bijvoorbeeld f16). In andere woorden je lensopening maak je kleiner. Voor het maken van dit soort foto’s is het gebruiken van een statief wel handig.
Geen fotostudio dan creatieve oplossingen bedenken
Er vinden soms hele verbouwingen in mijn woonkamer plaats. Op een half bewolkte dag kan de zon net achter een wolk tevoorschijn piepen en door de ramen schijnen wat weer een ander lichtinval met zich meebrengt of de lichtspot in het plafond zit niet op de juiste plek. Beide lichtbronnen verplaats je niet zomaar even. Manlief ziet mij aankomen even een extra gat in het plafond maken, omdat de spot net een paar centimeter te veel naar links zit. Met flectieschermen en met externe lichtbronnen zoals lampjes kun je nog heel wat bijsturen en het licht naar je eigen hand zetten. Ook gordijnen zijn handige gebruiksvoorwerpen, deze kun je sluiten om het zonlicht te keren. Is dat niet voldoende dan knijper je er een deken voor. Zo ben ik dus soms een hele poos bezig met het maken van één foto. “Dure kerstkaart wordt dat”, is de opmerking van manlief wanneer hij mij zo bezig ziet.
November 2021
Paddenstoelen, regen, rode en gele blaadjes, het is herfst!
In de stad is het net even anders
Na drie rondjes rijden en een rood aangelopen hoofd heb ik dan eindelijk de auto geparkeerd in één van de smalle straatjes in de stad. Vandaag heb ik afgesproken met een fotokameraad.
“Ben jij in die grote bak?”, vraagt de fotovriend. “Ja, ik weet het, het is niet handig in de stad.”
Fotovriend heeft geen auto maar een fiets. Na een kop thee gaan we op pad. “Je weet nog waar je de auto hebt geparkeerd?” is de vraag van vriend wanneer hij zijn voordeur op slot draait. “Ja, hoor hierlangs.” Uhm, waar is de auto? Zoekend kijk ik om mij heen. “Ik zei toch, wanneer je hier niet bekend bent verdwaal je in deze steegjes”, merkt fotovriend laconiek op. Een straatje verderop zie ik de auto staan. “Nee hoor daar staat ie.”
Genieten van de herfst met al mijn zintuigen
Het is inmiddels volop herfst. Overal waar je kijkt, zie je de warme rode, gele, oranje en bruine tinten van Moeder Natuur. De herfst staat samen met het voorjaar toch wel op nummer één wat fotograferen, betreft daarna komt de winter en de zomer sluit de rij.
Wanneer het heeft geregend, spatten de herfstkleuren nog intenser van je foto af. Genietend van de kleuren en de geuren in het bos lopen we door mijn fotomaatje zijn local patch, zoals dat met een duur woord wordt genoemd wat eigenlijk betekend eigen woonomgeving.
Meestal ben ik er alleen op uit, maar ik vind het ook supergezellig om samen met een gelijkgestemde op pad te gaan. Sommigen die mij kennen en weleens met mij mee zijn geweest, weten dat er altijd wel iets te beleven valt. Laat ik het zo zeggen: met mij meegaan is niet saai, ook fotomaatje waar ik nu mee door het bos loop heeft dat ervaren tijdens ons fotouitje op het Friese Wad.
Alles om je heen vergeten
Een vieze broek, natte knieën en in een zeer charmante houding lig ik een ienie mini paddenstoel te fotograferen.
Ik ga er volledig in op en merk totaal niet dat er iemand met een telefoon in de hand ronddwaalt en foto’s van mij maakt. ‘Ha ha grapjas’ reageer ik wanneer ik later een appje ontvang met daarin een foto van mij waar ik op ‘mijn best’ op sta. Manlief vindt dat ook altijd zo leuk. Foto’s maken van mij in de meest onhandige en ‘fotogenieke’ posities. Zo ook tijdens ons weekendje samen met hond Max in de Belgische Ardennen.
Hond verklaart menspersoon voor gek
We lopen, zeg maar gerust hiken de route Solwaster-Sawe. Zeven à acht km wandelen over smalle rotsachtige paadjes, bij de heuvel op klimmen en klauteren, over houten, gladde bruggetjes en door de stromende beek waden. Het water in de beek is om te drinken vindt Max en niet om daar doorheen te lopen en vervolgens natte poten en buik krijgen. Dus een aantal malen onze zwemheld moeten dragen.
Wanneer ik midden in de beek sta op de spekgladde, natte rotsformatie kijkt vanaf de kant een schuine hondenkop op mij neer met een blik van; ‘jij bent gek en wil je weleens heel snel hier terugkomen baas’.
Door de stroming in de beek draaien er blaadjes en schuimbellen in het water, met een langere sluitertijd probeer ik dit patroon vast te leggen. Wanneer de sluitertijd te lang wordt, vervagen alle details en verandert het water volledig in een melkachtige waas. Zelf houd ik ervan om toch wat structuur in het water te houden.
Twee uurtjes en vele fotostops verder zijn we iets over de helft. Gefrustreerd ijsbeer ik op een plek rond, het wil even niet meer en het is potjandorie veel te warm voor de tijd van het jaar loop ik te mopperen.
Geduldig staan manlief en hond dit tafereel aan te kijken. Dit is het signaal om de camera in de tas op te bergen en de natte aarde van mijn broek af te kloppen. De rest van de route gebruik ik al mijn zintuigen om van de omgeving te genieten.
Gelukkig is de wasmachine uitgevonden
Vieze en natte kleren oplopen tijdens het fotograferen is mij niet vreemd, daarom heb ik in deze tijd van het jaar meestal laarzen aan, een vuilniszak en een regenbroek mee. Maar dit kan niet altijd natte sokken voorkomen. Zo ook tijdens een fotoshoot op het strand met een aantal paardendames. Al fotograferend iets te enthousiast en te ver de ruige branding ingelopen waardoor er een golf zeewater over de rand van mij laarzen heen klotst. Het heeft naast mooie plaatjes, tevreden paardenmeiden ook natte sokken opgeleverd.
Oktober 2021
Maak kennis met Gurbe
Mijn eerste ontmoeting
Na de zoveelste mislukte poging om een egel te vinden bij mij in de buurt besluit ik mijn zoekgebied wat uit te breiden.
Zo fiets ik over het industrieterrein weer richting huis wanneer ik in de berm dit stekelige diertje zie rondscharrelen.
Snel, maar zo rustig mogelijk stap ik van de fiets af en zet deze een paar meter verder in de berm neer.
De egel vindt dit allemaal zo spannend dat hij of zij de sloot in duikt. Ook ik duik een stukje verderop de droge sloot in. Rustig tijger ik een beetje dichterbij en leg speciaal gekocht egelvoer voor hem neer.
Direct rolt hij zich op als een klein stekelbolletje. Inmiddels kom ik erachter dat de sloot niet helemaal droog is.
Rustig installeer ik de camera op ooghoogte, al zie ik die priemoogjes nu niet omdat het nog steeds een balletje is. Geduldig blijf ik stilletjes zitten. Ik heb het diertje inmiddels een naam gegeven, ik noem hem Gurbe. Tenminste als hij niet een zij is.
Op een gegeven ogenblik vindt Gurbe het voer interessanter dan mijn camera en begint rustig te knabbelen, maar hij blijft veilig achter een graspolletje zitten.
Terwijl ik voorovergebogen op mijn knieën in de sloot lig, hoor ik plotseling achter mij: “Gaat het goed?”
Verschrikt kijk ik op en zie ik recht in een paar guitige hondenogen en naast hem staat zijn baasje.
“Ja, ik ben aan het fotograferen”, zeg ik lachend en besef tegelijkertijd hoe bizar het eruit moet zien.
Hondenbaasje in kwestie ziet ’s avonds in donker een fiets staan en verderop iemand voorover in de sloot liggen. Hij legt uit dat hij dacht dat ik niet goed geworden was en hulp nodig had.
Met een beetje gêne klauter ik uit de sloot en leg uit dat ik natuur(hobby)fotograaf ben en probeer een egel te fotograferen. Hij kijkt even in de sloot en ziet het beestje zitten. “Dat je hem daar hebt gevonden, ik zou er zo aan voorbij lopen”, is zijn verbaasde reactie.
Geduld hebben en een beetje gek zijn
De volgende avond heb ik weer een date met Gurbe, helaas is het te druk met brommers, auto’s en loslopende honden langs de weg. Ook komt hondenbaasje met hond weer gezellig langs voor een praatje. Gurbe is erg gesteld op zijn privacy en neemt al snel de beentjes.
Sommige buurtbewoners kijken een aantal keren argwanend door de ramen mijn kant op. En even later wandelen ze met of zonder hond langs om te kijken wie daar zo lang in donker in de berm zit en of het wel helemaal pluis is.
Poging drie en drie maal is scheepsrecht toch? Inmiddels leg ik elke avond nog voor het donker wordt een beetje voer neer. Daarna installeer ik mij in de berm en wacht ik geduldig op mijn date.
Vanavond heb ik geluk en blijft Gurbe een hele poos eten en laat mij rustig fotograferen.
Het is echter een hele toer om een fatsoenlijke foto te krijgen zonder dat het lijkt op een headbangende egel. De omstandigheden zijn uitdagend, donker en Gurbe is een onrustige eter, hij snuift telkens met zijn neus heen en weer in het gras.
Uiteindelijk slaag ik er redelijk in om hem mooi in het gras te portretteren.
Elke avond breng ik hem een beetje eten tot zijn winterslaap, dat ben ik hem wel verplicht.
Hij kan nu in alle rust eten zonder camera en pottenkijkers. Mijn project is nog niet klaar volgend voorjaar wil ik ermee verder, voor nu hoop ik op een lange en goede winterslaap voor mijn maatje.
September 2021
Vakantie en fotograferen
Toerist of fotograaf?
Dwalend loop ik door de smalle straatjes in de oude binnenstad van Lindau am Bodensee op zoek naar eigenaardige karakteristieke foto onderwerpen.
Met mijn kritische blik speur ik als een ware Sherlock Holmes naar bijzonder elementen voor net even een andere foto. Sorry, ik kan het niet laten en blijf fotografisch kijken naar de wereld om mij heen.
Menig toerist ziet deze schoonheden ook wel en legt deze vaak vast in een, zoals ik het noem, overzichtsfoto. Alles in beeld nemen om te laten zien waar men op dat moment vakantie viert, een herinnering maken en vastleggen.
Best begrijpelijk en niks mis mee, maar het effect is weg. De bijzondere details vallen in het niet in het grotere geheel.
In Lindau kan ik mijn hart ophalen in dit kleurrijke en historische stadje.
Je kunt je afvragen of ik geniet van de vakantie en of mijn mede gezinsleden dit nog kunnen waarderen.
De camera neem ik dan niet altijd mee. Juist op die momenten zie ik de meest bijzondere onderwerpen voorbijkomen. Waarop manlief droog en liefjes opmerkt: “Welke fotograaf gaat nu zonder fotocamera op pad.”
Ha ha grapjas, quality time en de toerist uithangen is ook de bedoeling van samen vakantie vieren toch?
Enfin, afgelopen zomer heb ik heel veel kunnen oefenen met straatfotografie in bekende grote buitenlandse steden.
Zo ben ik naar Wenen en Krakau geweest en tijdens ons verblijf aan de Bodensee heb ik in dit drielandengebied rondgestruind door de vele kleine stadjes aan dit meer.
Op vakantie wil men over het algemeen toch wel een beetje mooi weer. Ik vind een flinke plensbui (eentje dan) eigenlijk helemaal niet zo erg. Je kunt met de ontstane waterplassen creatieve foto’s met gave reflecties maken. Nou hebben wij bijna alle dagen continue regen gehad en ik kan je vertellen dat werkt niet mee aan een goed humeur.
Registreren, herinneringen en gevoel
Tijdens ons verblijf in Krakau bezoeken we de vernietigingskampen Auschwitz en Birkenau. Dit is best heftig om deze omgeving fysiek te zien en te voelen. De achtergebleven persoonlijke bezittingen van de slachtoffers op een hoop gegooid als vuil, de persoonlijke verhalen te horen en de verschrikkelijke erbarmelijk omstandigheden waarin deze mensen hebben geleefd te aanschouwen.
Voor mij niet te bevatten dat er mensen waren (en nog zijn) die zijn/haar medemens dit konden/kunnen aandoen.
Ons leven is één en al luxe in vrijheid!
Wat mij opvalt in Auschwitz is dat er ondanks de vele bomen er geen enkele vogel in het kamp aanwezig is. Buiten de hekken daarentegen wel.
Hier heb ik geprobeerd het gevoel vast te leggen wat ik daar heb ervaren maar ook de ellende en de pijn te registreren van de slachtoffers.
Ben ik dan helemaal niet bezig geweest met natuurfotografie? Ja zeker wel, zo heb ik de vele wijn- en appelgaarden op de glooiende heuvels van de Bodenseeregion vastgelegd.
Zover het oog reikt allemaal appelgaarden, mijn eerste gedachte is direct: “wat zullen die prachtig zijn tijdens de bloeiperiode van de bloesem.” Direct daarna broedt er een plan in mijn achterhoofd voor een fototripje.
In Zwitserland heb ik de kolkende watermassa van de bekende en grootste waterval van Europa genaamd Rheinfall gefotografeerd. Best een fotografische uitdaging om deze imposante waterval in de rivier de Rijn zo vast te leggen dat dit gevoel ook van de foto af spat.
Pas op, erg besmettelijk virus!
Vanaf half augustus gaat er een zeer besmettelijk virus rond die de meeste natuurfotografen treft. Een vrij ongevaarlijk virus genaamd paarse-heide-koorts en welke na half september weer langzaam uitdooft. Ik loop de besmetting ook op en kan het niet laten om thuis de bloeiende heide vast te leggen. Samen met zoonlief als chauffeur (net z’n rijbewijs) en bodyguard in alle vroegte de natuur om ons heen zien ontwaken. Alhoewel, hij heeft alleen zijn telefoon zien ontwaken. Maakt niet uit, wel prettig dat hij met mij mee is gegaan. Een tweede keer zal niet zo snel gebeuren, ten eerste de heide is al bijna uitgebloeid en ten tweede het is in zijn beleving achterlijk vroeg.
Augustus 2021
In de vakantiemodus
Van fototrip naar fotodip
Na mijn 4-daagse avontuur op Helgoland heeft mijn camera bijna 4 weken werkeloos in de camerarugzak gezeten.
Geen tijd, omdat ik door duizenden foto’s heen moest werken of gewoon even geen zin, ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat het gewoon even niet wil en dat is prima zeg ik heel verstandig tegen mij zelf. Maar waarom voelt het niet zo?
Zoveel ideeën in mijn hoofd om te worden uitgewerkt maar tegengewerkt door Corona.
Heb ik al gezegd dat ik Corona nu meer dan zat ben? Ik denk velen met mij.
Vakantieplannen in duigen en daarmee ook sommige voorbereide fotoplannen. Een luxeprobleem en niet echt een ramp vergeleken met de ellende waarmee de mensen te kampen hebben die getroffen zijn door de watersnoodramp in andere delen van Nederland. Dat is vele malen erger.
Even relativeren!
Zomerstop
Ik weet dat er (natuur)fotografen zijn die de zomermaanden laten voor wat het is, om na een zomerslaap weer in actie te komen zodra de eerste roodbruine herfstkleuren zich aandienen. Of soms net iets eerder wanneer de heide de bodem volledig in een paarse zee verandert. Toch zijn er in de zomerperiode voldoen onderwerpen die de moeite waard zijn om vast te leggen.
Tijdens een wandeling met de hond heb ik mijn camera over mijn schouder geslingerd, gewoon zonder plan kijken wat ik tegen kom en dan begint het toch weer een beetje te kriebelen.
Kriebelbeestjes, vrolijke fladderaars en slijmerige slakken
Wat ook kriebelt zijn al de insecten en vlinders die nu te bewonderen zijn. Alleen zijn die kleine kriebelbeestjes nog best lastig om ze een beetje leuk te portretteren.
Een met dauw bedekte libelle wordt mijn nieuwe project. En lekker dicht bij huis, sterker nog gewoon tegenover mijn huis. Er fladderen talloze vlinders en libellen. Nu nog wachten op de juiste weersomstandigheden.
De wekker gezet om voor dag en dauw op te staan. ‘s Morgens eerst even in de tuin kijken. Het was afgelopen nacht erg bewolkt en de temperatuur is niet veel gedaald. Ondanks de hoge luchtvochtigheid is er geen dauwdruppel te bekennen. Hup weer mijn bed in, hier doe ik het niet voor.
De volgende dag zijn de omstandigheden iets gunstiger. Weer vroeg uit bed en nu zijn de bladeren en het gras wel bedekt met een klein laagje dauw, niet veel maar ik ga er toch op uit.
Rugzak mee en op de fiets naar de eerste locatie. Helaas niks, alleen heel veel slijmerige slakken met hun fotogenieke gekrulde huisje op hun rug. Na hun acrobatische toeren tussen de plantenstengels en de natte groene bladeren te hebben vastgelegd nog naar een andere plek gefietst op zoek naar die bedauwde libelle.
Inmiddels klimt de zon steeds hoger en hoger. Helaas ook hier niks te vinden bij de 3e en 4e plek evenmin geluk. Gisteravond was hier toch echt druk vliegverkeer.
Uiteindelijk na een uur speuren 1 waterjuffer gevonden. Helaas heeft de zon alle dauwdruppels al gedroogd. Ik vind het welletjes en ga ik terug naar huis voor een ontbijtje.
Wild spotten op een plattegrond
Een dagje naar het Wildpark Anholter Schweiz in Duitsland net over de grens bij Arnhem is in het tijdperk Corona een hele onderneming. Welke regels gelden er, wat voor papierwerk moet ik bij mij hebben en tot de dag voor vertrek blijft het onzeker of we kunnen gaan, omdat de maatregelen per direct kunnen wijzigen.
Uiteindelijk loop ik dan toch in het uitgestrekte tussen de bossen gelegen natuurpark rond met mijn camera een wolf, een das, een wilde kat en een marter te fotograferen. Helaas laat de lynx zich niet zien.
Het is leuk, maar geeft mij niet zoveel voldoening dan wanneer ik veel moeite moet doen om het dier te spotten. Een wildpark of dierentuin is soms wel veiliger en makkelijker. Je hoeft alleen maar op de plattegrond van het park te kijken waar de dieren zich bevinden.
Ondanks een zo natuurlijk mogelijk nagebootste leefomgeving leven deze dieren toch in gevangenschap. Bij sommige dieren is het goed zichtbaar dat ze dit niet als prettig ervaren. De marter rende telkens hetzelfde rondje door zijn verblijf. Ik ben een paar keer wezen kijken op verschillende tijdstippen, maar diertje bleef maar rennen. Dit vond ik best zielig om te zien.
Wat wel een uitdaging is met dierentuinfotografie, is de omheining of het hek. Deze wil je zoveel mogelijk uit je foto laten.
Juni/juli 2021
Fotoreis Helgoland
Mitsen en maren
We hebben groen licht om naar Helgoland af te reizen, echter gelden er een aantal mitsen en maren. Dit is het bericht dat ik vlak voor de reis ontvang, samen met de vraag of ik nog mee wil nadat er wordt uitgelegd wat precies de voorwaarden zijn.
Mondkapje, pcr testen, geen kamer delen, 1,5 meter afstand et cetera, eigenlijk net als in Nederland.
Op pad met negen fotografen en twee fotoreisleiders. Vier dagen bezig met fotograferen samen met gelijkgestemden. Wat een heerlijk vooruitzicht.
Schipper, schipper mag ik overvaren…
Wattenstaafje in de mond en een kwartiertje wachten. Het zal toch wat zijn wanneer je positief test, sta je na uren te hebben gereden voor noppes in het noorden van Duitsland en kun je weer terug; gelukkig de uitslag is negatief! We kunnen aan boord of toch niet, één van mijn medereizigers is haar vervoersbewijs kwijt. Tas overhoop, zakken legen, twee dames kijken nog even bij de toiletten, maar het ticket blijft foetsie. Gelukkig, is daar Herbert de enige heer in ons midden die dit als een galante ridder oplost.
Aangenaam kennis te maken
Op de boot onder het genot van een kop koffie maak ik kennis met mijn collega (hobby)fotografen.
Christien, een gezellige dame die onze woordenschat weet uit te breiden met fabuleuze, nieuwe woorden.
Esther, een anders zo georganiseerde rustige meid die nu haar kaartje kwijt was.
Yvonne, een mooi, soms beetje chaotisch paardenmens.
José, heerlijk ongedwongen, no nonsens.
Marian, de stille genieter.
Caroline, laat ons met enige regelmatig lachen met haar droge humor.
Annemarieke, nog een paardendame die vooral geniet van het vele lachen.
Yvette, de rust zelve.
De groep is compleet met Judith, een gedreven fotograaf, reisleider en haar partner Herbert onze steun en toeverlaat.
De eerste indrukken driftig vastleggen
Na dik twee en een half uur het ruime sop te hebben doorkruist, komt Helgoland in zicht. We kunnen niet wachten om onze camera’s tevoorschijn te halen.
Advies van Judith: straks eerst de omgeving op ons in laten werken. De eerste kennismaking met de Jan-van-Genten op de hoge kliffen kan best overweldigend zijn.
Met deze tip in onze oren geknoopt, beginnen we aan de klim naar boven richting de roodbruine rotsen.
Mijn eerste kennismaking met de luidruchtige, sierlijke, witte vogels met blauw omrande oogjes en zachtgele veertjes op hun kop is het geluid “urk, urk, urk” en een typische geur van zeelucht vermengt met vogelpoep. Om mij heen hoor ik het klikken van menig camera sluiters. Iedereen is direct druk bezig met plaatjes schieten. Wat is er overgebleven van “rustig kijken”, nou niks dus. En ik doe vrolijk mee.
Het is een beetje bewolkt weer, prima omstandigheden voor high key fotografie, een techniek die nieuw voor mij is. Een mooie uitdaging om daar mee aan de slag te gaan.
Niet alleen de vogels vliegen maar ook de tijd vliegt voorbij. De innerlijke mens moet worden voorzien van de broodnodige brandstof.
Met z’n allen schuiven we aan tafel in een klein en knus visrestaurantje. De eerste avond sluiten we af met een avondrode lucht boven het klif, waar de zon langzaam achter de Jan-van-Genten in zee zakt.
Pluk de dag
De wekker gaat om 4.00 uur. Vóór het ontbijt willen we nog een mooie zonsopkomst zien te scoren op de sensor van onze camera’s. Vol enthousiasme staan we op de roodbruine kliffen te wachten op het warme, zachte, goudgele licht van de zon, helaas valt het een beetje tegen.
Na deze ochtendklim staat er een heerlijk ontbijt met verse sappen, knapperige broodjes en uitzicht over de helderblauwe zee voor ons klaar.
Op bezoek bij de buren
Met het veerpontje gaan we naar Düne, een eilandje met een klein vliegveldje en rondom een groot zandstrand. Dit eilandje ligt voor de kust van Helgoland en is zeer geliefd bij de badgasten, maar ook bij de grijze zeehonden.
Plat op mijn buik lig ik te zandhappen, mijn camera gericht op een stel lummelende zeehonden in de branding. Af en toe openen ze één van hun grote, ronde kijkers om te zien wie daar toch zo in de weer zijn met die lange toeters. Wie bekijkt nou wie?
We menen in de verte nog een groepje robben te zien liggen, die een betere achtergrond hebben voor het fotograferen. We lopen er naartoe, blijken het dagjesmensen te zijn, oepsie foutje, misschien thuis maar even langs de opticien.
Ik loop verder het eiland rond en halverwege plof ik neer in het zand naast José en Yvonne, even een broodje eten en genieten van het uitzicht. Het valt ons dan pas op dat er naakte mensen lopen. Judith en Herbert komen aanlopen en merken droog op dat we op een stukje naaktstrand zitten en hier is fotograferen niet toegestaan. Heb ik net met mijn grote telelens een zwemmende zeehond liggen fotograferen.
Tijd om verder te lopen, vlakbij de haven ligt een koppel vrouwtjes eidereenden en één mannetje. Uiteraard weer plat op onze buik, voor een mooi laag standpunt. Heb ik al gezegd dat het niet alleen een fotoreis is, maar ook bootcamp. Het mannetje verlaat zijn harem en waggelt richting de zee.
Wij verlaten Düne met het veerbootje om even een siësta te houden.
In de namiddag staan we weer boven bij de vogels. Door ze een tijdje te observeren, leer je hun gedrag een beetje kennen. Dit is handig om ze vliegend of tijdens hun onbeholpen landing te fotograferen.
Landen is best een dingetje. Met veel kabaal (een waarschuwing voor de anderen; “incoming bird”) komen ze aanvliegen, vleugels en zwemvliezen gespreid, hangen ze even boven hun soortgenoten om vervolgens zo plompverloren neer te ploffen. Dikwijls bovenop hun buurman of buurvrouw.
De stand van de zon veroorzaakt glinsteringen op het water. Hier kun je mooie creatieve achtergronden mee maken. “Bokehbollen”, zoals Cristien het zo mooi noemt, zachte lichte rondjes.
Soms net kleine kinderen
Voor het eten moet er eerst weer een wattenstaaf in ieder neusgat kriebelen om een negatief toegangspapiertje voor het restaurant te krijgen. Luidruchtig en uitgelaten komen we daarna het restaurant binnen. Op één schaap van de kudde na, Yvonne komt op eigen gelegenheid. Ze is een beetje laat. “Zou ze in slaap zijn gevallen?”, vraagt Judith. Pling een appje met de vraag; ‘waar is het restaurant ook alweer?’ Onze galante Herbert haalt Yvonne even op.
Er komt een flink pak wolken binnen drijven, een mooie zonsondergang kunnen we wel vergeten.
Zo is er tijd om heerlijk lang te tafelen, gezellig te kletsen en wordt er heel veel gelachen.
Je zou denken dat je als volwassenen onder elkaar weet dat je niet voor je beurt hoort te spreken. Niets is minder waar, Judith heeft soms het idee dat ze met een klas uitgelaten kinderen op stap is. Het zal ons enthousiasme zijn die zij zo goed weet aan te wakkeren.
We krijgen er geen genoeg van
Dag drie begint bij de zeehondjes. Doordat we vroeg zijn, is het heerlijk rustig op het eilandje.
De zeehonden liggen nu aan de andere kant van het strand. Een aantal voeren een ware acrobatische show op of zou het hun ochtendgymnastiek oefeningen zijn? Ze zijn zo fotogeniek!
Net als de zeehonden liggen we met z’n allen plat op onze buik op een rij, behalve Herbert die houdt toezicht en stemt de park ranger goedgemutst met zijn charmes, zodat wij kunnen blijven liggen. Een uurtje en 800 foto’s verder laat de zon het kwik al flink stijgen en verspreidt hard licht. We ploffen met z’n allen op het terras. Na de koffie lopen Christien, Esther, Yvette en ik nog even naar de andere kant van het eilandje. We willen kijken of de eidereenden er zijn. Net wanneer we denken genoeg foto’s te hebben geschoten en onze spullen aan het opruimen zijn, scharrelt er een klein pleviertje langs de kustlijn.
Hup camera weer tevoorschijn halen. De ôh’s, awh’s en gelukskreten overstemmen het klikkende geluid van de camera’s.
Wanneer wij terug zijn bij het terras voor een currywurst, lopen de anderen richting het pontje. Wij komen later wel.
Voor het avondeten ben ik nog even aan het experimenteren met een groothoeklens bij de Jan-van-Genten.
Het eten is wederom een gezellige en luidruchtige aangelegenheid.
Na het eten lopen we de calorieën van het toetje (ijs met slagroom) er af wanneer we weer richting de beroemde kliffen gaan.
Een avond met een gouden randje
Vorige keer heb ik de zonsondergang op meerdere locaties proberen vast te leggen met als bonus een donzig pulletje met een gouden lichtrandje kunnen fotograferen. Nu blijf ik staan op een zorgvuldig gekozen plek. Het wordt een spectaculaire dieprode zonsondergang.
Na dit grote genieten, zoekt iedereen de rust van haar hotelkamer op behalve Caroline en ik, wij gaan op jacht naar lichtgevende nachtwolken.
De eerste avond heeft ze dit bijzondere fenomeen ook al gespot.
Deze avond hebben we helaas minder geluk, nadat we naar beneden zijn gelopen naar de haven en de lucht minutieus afspeuren, komen we tot de conclusie dat het niks wordt. Even voor middernacht klimmen we de trap maar weer op richting het hotel.
De laatste dag alweer, we kunnen ‘uitslapen’. Voor de laatste keer lopen we bepakt en bezakt naar de inmiddels voor ons bekende kliffen om toch nog net even die ene foto te maken. Wat zijn het toch bijzondere, elegante vogels.
De boot vertrekt pas eind van de middag richting Cuxhaven. Het is een warme zonovergoten dag.
Om de tijd te doden hoppen we van terras naar terras richting de haven. Onderweg worden er nog wat souvenirtjes gescoord.
We staan vooraan in de rij voor het inschepen en kijken verlekkerd naar het bovenste dek met de ligstoelen. Als het toch zou lukken om deze te bemachtigen, dan kunnen we heerlijk dommelen met de zon op onze toet.
Niet helemaal, want het Nederlands elftal speelt vanavond weer een wedstrijd op het EK en dit wordt op een drietal telefoontjes gestreamd en bekeken. Echter de ene streamingsdienst loopt een paar seconden achter daardoor gaan de oeh’s en de aah’s bij een spannende situatie als een wave over het dek.
Om 17.00 uur varen we uit richting Nederland relaxend in de ligstoelen.
Herinneringen gemaakt om nooit te vergeten
De dagen begonnen met zachte kleuren, werden gevuld met humor, heerlijke tafelgesprekken, lummelende zeehonden, kwetterende Jan-van-Genten en eindigden met roodroze zonsondergangen. Natuurlijk niet te vergeten naast onze bijgespijkerde fotokennis is onze fabuleuze woordenschat ook uitgebreid en zijn we zo’n 3000 foto’s verder.
Genoten met een hoofdletter G!
Mei 2021
Bijzondere ontmoetingen
Ed en Willem Bever
Op een afgesproken plek ontmoet ik Natuur en Wildlife fotograaf Jeroen Stel. Hij neemt mij mee op avontuur in de Hollandse Grienden. Lopend door het gebied vertelt hij vol passie en enthousiasme over dit mooie stukje natuur, het leefgebied van de bever. Hier en daar wijst hij mij op sporen die hun aanwezigheid verraadt.
Een afgeknaagde boom met zo’n bekende punt erop herken ik wel, maar glijsporen, pootafdrukken en zogenaamde sleepsporen van deze beestjes, die had ik volledig over het hoofd gezien. Nou ja beestjes, ze zijn best nog wel flink, wat ik zo in eerste instantie niet in de gaten heb wanneer er eentje voorbij komt zwemmen met alleen zijn koppie boven het water.
Na een tijdje gaan we langs de waterkant zitten met uitzicht op een burcht aan de overkant. Nu is het geduld hebben, wachten en heel stil zijn. Hun zicht is misschien niet zo goed, maar hun gehoor daarentegen des te beter. Mijn geduld wordt beloond, die avond zie ik vijf magnifieke dieren genaamd bever.
Vol verwondering kijk ik naar hun noeste arbeid, het schillen van boomtakken.
Een andere tak van sport
Een week na een soort van ‘sollicitatie’ gesprek belt de redacteur van de lokale krant mij op met de mededeling dat hij een eerste opdracht voor mij als fotograaf heeft. Leuk!, denk ik.
Of ik de voetbalwedstrijd Cambuur- De Graafschap wil vastleggen en dan gaat het met name om trainer Henk de Jong, vanwege hun kampioenschap. Vol overtuiging zeg ik ja, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Van binnen is het één en al onzekerheid. “Mooi dat is dan afgesproken”, zo eindigt ons telefoongesprek. Zodra ik mijn telefoon neerleg, schiet ik lichtelijk in de stress. Hoe ga ik dit doen. Ik, degene die vaak roept: “Buiten je comfortzone valt meer te beleven”, moet even aan dit idee wennen. “Maar hé, ik kan deze uitdaging aan”, spreek ik mijzelf streng toe. En herhaal dit nog een paar keer. Goed voor mijn zelfvertrouwen.😅
Nou weet ik gelukkig wie Henk de Jong is, maar de spelers van Cambuur daar heb ik geen kaas van gegeten. Als natuurfotograaf stel ik mij een wei vol dartelende lammetjes voor dan moet het zeker goed komen. Dat wordt mijn plan van aanpak.
Het loopt iets anders, door het ontbreken van een perspas, kom ik het voetbalstadion niet in. Henk de Jong ontmoet ik later op een afgesproken locatie voor het maken van een portretfoto.
“Een hachelijke ontmoeting”
Dieren die in de nacht en schemer actief zijn, hebben een enorme aantrekkingskracht op mij. Deze beesten wil ik dan ook graag fotograferen. Dit uiteraard met veel respect voor natuur en dier!
Laat ik het zo zeggen ik houd wel van zo’n uitdaging. Wanneer dit dan ook nog eens slaagt geeft het mij een enorme boost geluksgevoel.
Zo staat de das hoog op mijn wensenlijstje. Eerst begin ik mij dan te verdiepen in hun manier van leven, wat kan ik wel doen en wat absoluut niet. Als mens in hun leefgebied ben ik een verstoring en dit wil ik wel tot het minimale beperken.
Tijdens een wandeling in het bos met mijn hond Max, uiteraard aangelijnd, stuit ik naar mijn idee op sporen van een das. Ik bekijk het gebied om mij heen nog iets grondiger.
Langs het pad zie snuitputjes en ik meen iets verderop in de boomwal een hol te zien met daarvoor een hoop zand. Ik loop er niet naar toe, want A., ik heb de hond bij mij en B., ik mag niet van het wandelpad af, dat zijn de regels.
Een week later ga ik op een avond langs het pad, uit de wind, geen synthetisch geuren op en donkere kleding aan zitten wachten om te kijken of er inderdaad een bewoonde dassenburcht aanwezig is. Ik mag tot zonsondergang blijven, dan moet ik het gebied verlaten.
Er zijn veel luidruchtige wandelaars die hun trouwe viervoeters uitlaten. Plotseling hoor ik een stukje bij mij vandaan een flinke krak en veel gekraak. Ik kijk recht in de ogen van een zwarte wollige en flink uit de kluiten gewassen gallowayrund. Een kudde van van vijf komt mij een bezoek brengen en sluiten daarmee de enige uitweg uit dit gebied af. Rustig staan ze daar te eten en zijn niet van plan om maar enige aanstalten te maken elders verder te gaan herkauwen.
Over een kwartier is de zon onder, wat nu? Ik besluit om verder het bos in te lopen en zo een omweg te maken in de hoop dat ik nog op tijd bij de auto ben. Stevig de pas erin en lopen maar, licht buiten adem sta ik even later weer oog in oog met mijn grote zwarte harige vrienden. Ze hebben zich inmiddels wel verplaatst en blokkeren nu helemaal de weg naar de uitgang.
Sorry nood breekt wet en om tijdig het gebied te verlaten besluit ik van het pad af te gaan. Struikelend met mijn cameraspullen op mijn rug loop ik tussen de bomen door richting de auto.
De volgende avond onderneem ik nog een poging. Onderweg naar de plek zie ik weer de runderen staan, nu iets verder weg. Ondertussen heb ik mij wel even verdiept in hun soort. Ze blijken niet kwaadaardig te zijn, meer grote logge goedzakken, maar ik test het niet uit en houd respectvol afstand.
Het heeft overdag flink geregend, inmiddels schijnt de zon. Het bos is echter erg nat en vies, misschien zijn er daardoor veel minder wandelaars. Het is in ieder geval een stuk rustiger, ik heb goede hoop.
Na iets meer dan twee uur wachten, staat er plotseling recht voor mijn neus een das. Hij snuffelt even rond en huppelt dan koddig verder het bos in. Het was een korte ontmoeting, maar ik heb een grote lach van oor tot oor op mijn gezicht. Die glimlach verschijnt dagen erna nog een aantal keren op mijn toet, wanneer ik terug denk aan deze bijzondere ontmoeting.